6
tot betalen van schatting te dwingen. De Republiek bepaalde, dat hare
vorderingen pas op den dag harer oorlogsverklaring een aanvang zouden
nemen. Wederzijds strekten de vereischte handelingen zich zoo ver uit
als de gewapende arm kon reiken. Zoo drongen de Fransche eischen en
bedreigingen, benevens die van den pretendent aartsbisschop van Keulen,
Willem Egon van Furstenberg (1), over Duitsch gebied door tot in Gel
derland en Overijssel. Hunne Hoog Mogenden verzochten daarom aan
'Munster om vijandelijke tochten door Westphalen krachtdadig tegen te
gaan. Het brandschatten vond ijverige navolgers bij struikroovers en
ander geboefte, zich uitgevende voor Franschen. In Maart trof het dorp
Niftrik het lot in de asch te worden gelegd door „een partije Franschen
„ofte andere op derselven naem". Ter beveiliging schreven Hunne Hoog
Mogenden voor, dat alle schuiten en vaartuigen op de Maas zich gedurende
den nacht aan de Noord- of Geldersche zijde moesten bevinden, terwijl
de admiraliteit van Rotterdam had zorg te dragen voor de aanwezigheid
van uitleggers op de Waal en de Maas. De Republiek strekte hare vor
deringen uit tot in Luxemburg, het land van Keulen en het noorden van
Frankrijk. Ze gingen gepaard met die van de Spaansche regeering te
Brussel, waarmede op '21 October een tractaat van verdeeling der contri-
butiën was gesloten (2).
Wegens het uitbreken van den oorlog en het vertrek van een expeditie,
korps naar Engeland diende het Staatsche leger aanzienlijk te worden
versterkt.
Rekent men de recruteering van de bestaande compagnieën en de
subsidie-troepen, begrepen in den extra staat van oorlog, benevens het
expeditie-korps, mede, dan telde het leger tegen het einde van 1688 aan:
cavalerie74 compagnieën met 5766 paarden
dragonders 18 1548
infanterie592 43179 man
artillerie4 360
50853 hoofden.
cavalerie van Brandenburg 12 672 paarden
Cell en Wolfenbut-
tel8 400
Hessen10 600
Wurtemberg. 18 1296
dragonders Cell en Wolfenbut-
tel4 320
Hessen6 420
infanterie Brandenburg 44 6116 man
Cell en Wolfenbut-
tel30 3300
Hessen12 1200
Zweden 72 6048
20372
Samen 71225 hoofden,
(1) Zie deel VI bladzijde 114.
(2) Res. S.G. 9 Januari, 3 Februari, 1, I, 8 Maart, 10, 18 Juni, 1 Augustus, Res. E. v. St..
14, 15 Januari, 22 Februari, Seer. Res. S.G. 16, 19, 20, 24, 27 Januari, 15 Februari 1689,
Res. S.G. 19 April 1691. De Res. R. v. St. 29 Juli 1689 geeft belangrijke gegevens betreffende
bet ophalen va,n contribution.