21 7 transport 845.571-12 De helft van 3 maanden jaarlijksche subsidie ad 300.000 rijksdaalders (zoolang de oorlog zou duren, ingaande 15 Juni, datum der onderteekening van het tractaat93.750 939.321-12 Voor de agio van het bankgeld en het verlies op den wissel70.389- 2-4 (1) Totaal bedrag der petitie1.009.710-14-4 Aangezien pas in 1702 de staten van oorlog in werking traden, moesten de Deensche troepen tot ultimo December extra worden betaald. De Eaad van State voorzag „dat dese posten, nu het op de betaaling aankomt, „seer hoog sullen loopen in het oog van verscheide provinciën. Dog deselve „gelieven sig te erinneren van hoe grooten importantie sy het hielden den „koning van Denemarken te engageren in de interessen, en desselfs troup- „pen in den dienst van Engeland en desen Staat, doe se voor wynig maan- „den saaten in de uiterste kommer en verlegentheiden er bij te overden ken hoe het weesen van saaken veranderen soude, soo den koning van „Denemarken overging in andere interessen, en syn trouppen gebruikte „tot verstoorning vande rust van Duidsland, saaken daar men niet aan „denken kan sonder schrick, en daar (onder Gods goedheid) jegenwoordig „niet voor te vreesen is, soo dese staat maar van haare sijde nakomt het „tractaat" (2). Op 19 October betrad koning Willem weder den vaderlandschen grond, op 29 October waren de generale petitie en de staten van oorlog voor 1702 vastgesteld, terwijl op 4 November de aanbieding aan Hunne Hoog Mogen- den plaats greep. De staat van oorlog was „geformeert met reflexie op „een aanstaanden oorlogh", ten einde het Land te stellen in „een redelijck „postuyr van defensie, hetgeen moet werden aengesien als de eenige sal- „vator van de Republicq in deze tijden" welke „nauwelijcx de naam van „vreede kan dragen". Bij het afscheid nemen verklaarde de koning, dat de Britsche natie „gedisponeert was om Sijne Majesteijt bij Sijne overkomst „in staat te stellen om de interessen, die Sijne Rijcken met dese Landen „gemeen hebben, ende de belangen van gansch Europa kragtigh te kunnen „appuyeren" (3). De generale petitie betoogde de noodzakelijkheid van legeruitbreiding, sedert de Republiek beroofd was van den voormuur in de Spaansche Nederlanden. Ze bevatte de hiervoor gemelde veranderingen en de Deen sche troepen. Daarentegen kon vermindering plaats hebben in de recru- (1) Deze post was in de petitie berekend op £20.408-12-4, zoodat hier of elders een fout moet schuilen. (2) Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Groningen en Drente voldeden slecht aan hunne geldelijke verplichtingen (Res. S.G. 24 Februari 1702). (3) Res. S.G. 20 October, 4 November 1701.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 231