280 De beide stadhouders waren tevens kapitein-generaal van de pro vinciën hunner stadhouderschappen; bovendien admiraal in de zee provinciën. Blijkens de Friesche instructie van 27 Maart 1696 bestelden de erfstadhouder en de gecommitteerden de militaire ambten „nae meeste stemminge"; te velde konden aanstellingen geschieden door den erfstad houder, mits ten aanzien van ingeborenen der provincie. Prins Johan Willem Friso kreeg in 1699 Esaye de Chaudieu, heer van Courcelles, luitenant-kolonel bij het regiment Zwitsers van Jean de Sacconay, tot militairen gouverneur; de keuze was gevallen op aanbeveling van koning Willem (1). De Staten van Groningen en Drente hielden aanstellingen aan zich zeiven. Die van Drente opperden aanstonds bezwaren tegen aanstellingen door den kapitein-generaal der Unie zonder hunne voorafgaande goed keuring (2). Drosten van Drente. 1681-1701. Elbert Antoni van Pallandt. 1701-1785. Boelof van Echten tot Echten (3). Drost van Medde en Westwoldingerland. 1670-1709. Berent Aldringa. Drosten van den huize, stad en lande van Valkenburg. Sinds 1679. Volcicert van Oudshoorn; hij overleed 23 Maart 1699 en kreeg Willem Bentinck tot Dtepenheim als opvolger (4). Drost van Daelhem en 's-Hertogenrade. Sinds 1679 Cornelis van Aerssen, heer van Wernhout. De prins van Oranje trok als stadhouder van de drie landen van Over- maze een j aarlij ksch inkomen van 3000 (5). B. HOOGEEE BEVELHEBBERS; HOOFDEN VAN JUSTITIE. a. Kapitein- en admiraal-generaal van de Unie. Zijne Majesteit Willem III, koning van Groot-Brittannië en Ierland, prins van Oranje, sinds 8 juli 1672 kapitein-generaal, sinds 20 April 1674 admiraal-generaal van de Unie. (1) Res. S.G. 23 Augustus 1702. (2) Res. Drente 13 Augustus, 19 October 1696. (3) 22 Maart 1701 verkozen door Ridderschap en Eigenerfden. (4) Comm. S.G. 27 Maart 1699. (5) Res. S.G. 24 Februari 1700.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 244