246
klaarden Hunne Hoog Mogenden dat de 14 compagnieën op den staat
van oorlog voor 1690 gebracht konden worden: Het aan de ritmeesters
verschafte geld „tot soulaes van hare gesupporteerde onkosten in haer
..aengevangen ende bereijts seer verre geavanceerde wervinge" begonnen
de solliciteurs op hunne ordonnantiën van betaling kortenHunne Hoog-
Mogenden bevalen echter dat niet gekort mocht worden, waarop de
Eaad van State het terug te geven geld dacht te zullen vinden uit de leger-
lasten van 1689, hetgeen mislukte en dus aanleiding gaf tot nieuwe
klaagliederen (1).
Ook de hoofdofficieren en ritmeesters van de subsidie-troepen, het
regiment karabiniers en de 3 compagnieën van Waldeck hadden reden
tot klagen. Volgens hunne capitulaties zouden zij behandeld worden
„opde voet ende maniere van Hollandtsche Troupes", die berekend
waren op 15 paarden voor den ritmeester, den luitenant, den kornet en
den kwartiermeester, terwijl hunne ordonnantiën voor die rangen op
slechts 9 paarden waren gesteld (2).
Elke compagnie kreeg een tweeden trompetter. De aanritsgelden nam
men van de penningen voor recruteering welke te veel uit Engeland
waren gezonden (3).
1
Op de eerstvolgende staten van oorlog bleef de sterkte der compagnieën,
de recruteering mede gerekend, onveranderd, doch het aantal onderging
eenige vermindering. Daarentegen onderging het wapen in 1693 een be
langrijke uitbreiding, zoodat het volgens de staten van oorlog voor 1694
1690
ordinaris staat van
oorlog
extra-ordinarris staat van
oorlog
Repartitie
aantal compagnieën
aantal
recru
1
paarden
teering
compagnieën
Subsidie-troepen
Gelderland
1 x53
1 x 23
4 x 76
Wurtemberg
18 comp.
1386 p-
Holland
24 x 53
24 x 23
6 x 77(6), 42 x 76(7)
Brandenburg
12
840
Zeeland
1 x 53
1 x 23
4 x 76
Hessen-Kassei
10
720
Utrecht
2 x 53
2 x 23
2 x 76
Cell
4
292
Friesland
1 X 130(4), 1 x 58(5),
4 x 53
4 x 23
1 x 76(8), 6 x 76
Wolffenbuttel
4
256
Overijssel
1 x 53
1 x 23
2 x 76
Saksen Gotha
6
468
Groningen
4 X 53
4x23
5 x 76
Drente
1 x 76
39 compagnieën
3000 paarden
73 comp. 5554 p.
54 comp.
3962 p.
166 compagnieën met 12516 paarden.
(1) Res. H. 7 April, 20 Juli, Res. R. v. St. 15 September, Res. S.G. 20 Mei, 7, 16, 21 Juni»
6, 18, 26 Juli, 9 September, 11, 15, 21 October, 24 December 1689, 19 Januari, 3 Mei 1690,
8 October 1692.
(2) Res. S.G. 22 October 1689. (3) Res. S.G. 11 Juni 1689.
(4) Gardes du corps prins Hendrik Casimir.
(5) Compagnie-colonelle van prins Hendrik CAsimir. (6) Karabiniers.
(7) Waaronder 3 compagnieën voor vorst G. F. van Waldeck.
(8) Bestemd tot versterking der gardes du corps; de sterkte wordt dus 206.