250
Grenadiers te poard (29 Juli 1701)
met 4 paarden 350
De uit Engeland wedergekeerde compagnie gardes du corps kostte
12.492-17-8 per maand van 42 dagen. De heeren van Amsterdam ont
kenden de noodzakelijkheid om het korps met zijn hoogere Engelsche
betaling op andere wijze aan te houden dan op den ouden voet en tegen
reductie of cassatie van andere militie; zij hadden den Prins als koning
van Engeland gediend, om andere redenen waren zij indertijd hier te
lande opgericht. Raadpensionaris Heinsius gaf ten antwoord: „wat de
„guarde de corps aenlangde, dat het de heeren van de ridderschap ten
„uyterste surprenant voorquam, dat de heeren van Amsterdam daerom-
trent eenige speculatie hadden; dat de guarde de corps Hare Majesteit,,
„geduyrende den oorlogh soo trouwelyck hadden gedient, dat die ver
meerdert was in 't getal van officieren, dat de gemeenen van beeter,,
„qualiteit waaren, en daeronder vele, die voor dien als onder-officier
„hadden gedient" (1).
De officieren der gardes du corps bekleedden een hoogeren rang dan bij
andere compagnieën (2). De luitenant-generaal Hendrik van Nassau-
Ouwerkerk had als kapitein den rang van oudsten kolonel. Het verdere
personeel bestond uit
2 luitenants, met rang van oudsten luitenant-kolonel elk 840
1 kornet en 1 guidon, met rang van oudsten majoor 300-
1 betaal- en kwartiermeester126-
4 exempts, met rang van oudsten ritmeester200
4 brigadiers, met rang van oudsten luitenant150
4 sous-brigadiers, met rang van oudsten kornet„100-16
1 adjudant en sous-brigadier100
4 trompetters en 1 pauker (keteltromslager)52-10
1 chirurgijn-majoor77-13
150 gardes52
Samen 174 hoofden met 216 paarden.
Op de staten van oorlog voor 1702 werd de sterkte zoowel van de oude
als van de nieuwe compagnieën eenigszins verhoogd.
1 ritmeester
2 luitenants
1 kornet
2 kwartiermeesters
4 sergeanten
4 tamboers
1 schrijver
4
2
2
4
4
1 paard
260
120 15 officieren met
90 j* 85 ruiters
128
112
28
21 paarden 1088
85 2380
100 hoofden met 106 paarden 3468.
(1) Archives de la Maison d'Oranje-Nassau Troisième Série Lettre DCXLI.
(2) Volgens een opgave in N° 1909 van het register van den R. v. St.