263 Majoors. Comm. 26 Februari 1691, sinds 25 April 1690. Cornelis van Padbergh(I). 1698. Pierre de Baccalan; te voren bij No. 5. No. 18 (Deel VI No. 14). 1688-1697 in dienst van Engeland. 25 Maart 1701. Samenvoeging met het regiment no. 10. onder kolonel J. B. van Hoornbergh. Kolonels. Sinds 1683. Matthias Hoetjfft van Oyen (2). Comm. 30 Juli 1698, sinds 14 Mei 1691. Johan Zeger van Rechteren (In Engeland-Beighteren)G. 1654; O. 13 Maart 1701 (3). Acte 25 Maart 1701. Johan Reinharp van Hoornbergh; was tevens kolonel van regiment No. 10 (4). Majoors. Comm. 26 April 1692, sinds 1 Januari. Jurrien Joachim van Pudewels. 1699. Reindert Karel van Goltstein; te voren bij No. 14. Repartitie van Zeeland. No. 19 Gardes du corps van den Koning-Stadhouder (Deel VI No. 19). 1688-1699 in dienst van Engeland. Ritmeester-commandant met rang van generaal-majoor. Sinds 1672. Hendrik van Nassau-Ouwerkerk (In Engeland-Auverquer- que), rijksgraaf, 1689 "great master of the horse", 1691 luitenant- generaal, 1701 generaal; G. 1640; O. 18 October 1708. Ingedeeldals luitenant Nicolaas de l'Estang en Julius de Po- serne, met rang van oudste luitenant-kolonels; als Kornet, Willem Maurits van Nassau La Lecq; als guidon, Charles Louis de Saumaise, met rang van oudste majoors. No. 20 (Deel VI No. 20). Kolonels. Sinds 1672. Johan Theobald Metzger van Weybnom, luitenant-gene raal; G. 1611; O. 23 Februari 1691. Comm. 26 Februari 1691. Joiian de Huybert, heer van Noordgouwe en Everoord 1692 traktement als kolonel; 1694 generaal-majoor, 1697 luitenant-generaal. Comm. 12 April 1701. Hendrik Frederik Paul de Rammingen, te voren majoor bij No. 29. (1) Volgens Res. S.G. 5 Mei 1699 bij de laatste cassatie ontslagen. (2) In 1690 benoemd tot brigadier; verkreeg in 1691 zijn demissie „omdat hij krank uyt „Yrlant quam". (Res. S.G. 21 April 1703). (3) Zie Aanteekening N° 48. (4) Voorbereiding van een reorganisatie, welke in 1703 tot stand kwam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 277