Andere korpsen in vredestijd:
Kolonel 200, luitenant-kolonel 80, majoor 60.
In oorlogstijd werd de staf vermeerderd met 1 adjudant, 1 kwartiermeester,
1 provoost.
In oorlogstijd waren alle dragonders bereden. Sinds 1688 naderden zij
de uitrusting en het gebruik der cavalerie, streden slechts zelden te voet,
doch behielden het geweer en lichte paarden. Het regiment Mattha werd
in 1693 bewapend met snaphanen (1).
b. Genealogie der korpsen.
19 October 1696. Koning Willem III benoemt Daniel Wolf van
Dopff tot generaal der dragonders. Gardes dragonders (Deel VI No. 1)
1688-1698 in dienst van Engeland (2).
De officieren bekleedden hogere rangen dan hunne soortgenoten bij
andere korpsen.
No. 1. Regiment Guardes Dragonders van Z.M.
Kolonels.
Sinds 1678. Prins-koning Willem III. G. 14 November 1650; O. 19
Maart 1702.
Comm. 16 September 1702. Prins Willem van Hessen-Kassei.
Kolonels-commandant.
Sinds 1679. Abraham van Eppinger; 1699 generaal-majoor der cavalerie.
Comm. 26 October 1700 sinds 16 Februari. Prins Willem van Hessen-
Kassei.
Luitenant-kolonels.
1699 (3). Jacob van Birckhaen.
Comm. 11 Juli 1701 sinds 12 Februari. George Frederik van Massen-
Majoors.
Sinds 1679. Otto Frederik van Vittinghoff genaamd Schele; 1692
kolonel van het regiment Cavalerie No. 31.
Comm. 26 April 1692. J. van Birkhaen.
1699 (3). G. F. van Massenbach.
Acte 17 Oct. 1701. Gustaaf van Ctzenburgh; te voren bij het regiment
karabiniers (No. 29).
Comm. 8 Juni 1702 sinds 10 Januari. Adriaan Gustaaf baron van Hom-
pesch.
BACH.
(1) Res. R. v. St. 3, 23 Januari, 1 Februari 1696.
(2) Het regiment had nog ruim honderdduizend pond sterling van Engeland te vorderen
<Res. R. v. St. 28 December 1702).
(3) Bij terugkomst uit Engeland.
