286
Betalingslijst voor het regiment gardes te voet.
Betalingslij st voor een compagnie mariniers (1) -i
f 11 officieren 343
'l 90 minderen 1102-10
101 hoofden 1445-10.
In het najaar van 1701 belastte de koning den luitenant-generaal
L. Graaf van Noyelles met het houden eener inspectie over alle infan
terie in de garnizoenen van den Staat en bij het wapen te doen opvolgen
alle orders en reglementen op kleeding en recruteering, gelijk een generaal
der infanterie gewoon is te doen (2). Daarmede was voor de eerste maal
een dergelijke opdracht verstrekt.
b. Reglementen en bewapening.
Sinds 1673 bevond zich een compagnie grenadiers bij het regiment
gardes, een hij dat van graaf Willem Adriaan de Hornes, meester-
generaal der artillerie, en een bij dat van G. J. van Weede van Walen
burg, mariniers. De mariniers, de grenadiers en sinds 1675 de gardes
waren bewapend met zoogenaamde snaphanen, waarbij de ontsteking
der lading door middel van vuursteenen plaats greep. De oefeningen met
den snaphaan en den granaat voor de grenadiers werden voor de eerste
maal voorgeschreven in de „Geredresseerde Orde op de Exercitie van de
„Militie" d.d. 6 September 1688 (3). Het gros der infanterie bleef bewa-
Lijf-compagnie
Grenadiers
Gardes
Kadets
1 kapitein
250
250
250
250
1 luitenant
70
70
70
70
1 vendrig
60
60
60
1 onder
2 sergeanten
luitenant
60
60
60
60
3 sergeanten
126
1 korporaal der adelbor
sten
30
30
30
1 captaine
d'armes
33-12
3 korporaals
63
63
60
88-4
3 landpassaten
51
51
48
2 tamboers
28
28
28
25-4
3 jongens
24
24
24
24
1 solliciteur
14-2
13-7
13-16
1 schrij ver
25-4
18 officieren
650-2
18 officieren 649-7
18 officieren
643-16
16 officieren
702-4
100 gardes
1350
84 gardes 1334
82 gardes
1107
82 kadets
2066-8
majoor van het Hof
60
regiments-provoost
18
120 hoofden 2078-2
102 hoofden 1783-7
100 hoofden
1750-6
98 hoofden
2768-12
(1) G.P.B.V. 125 dd. 1 Januari 1702.
(2) Res. R. v. St. 22 November 1701, Res. H. 26 Mei 1702.
(3) Zie Deel VI bladzijde 218. Voorts onder Hoofdstuk VII, Artillerie.