32-2
DE KORPSEN OP STAD EN LANDE YAN GRONINGEN.
No. 41. Compagnie van den Stadhouder of gardes Stad en Lande.
Kapiteins.
Sinds 1658. Rempt ten Ham van Holtzappel; 1683 majoor; 1695 luite
nant-kolonel.
Comm. 17 Juli 1690. N. Blanche.
No. 42. Regiment Losecaet (1).
Kolonel.
Sinds 1681. Hendrik Losecaet (2).
Luitenant-kolonel.
Sinds 1681. Gerlach Verruci van Schultinge.
Comm. 28 Maart 1695, sinds 17 Januari. Jacob Gruys.
Majoors.
Sinds 1683. R. ten Ham van Holtzappel; 1690 over bij No. 43.
Comm. 20 Juni 1692, sinds 16 April. J. Gruys.
Comm. 24 Mei 1695, sinds 17 Januari. Joost de Valciïe.
No. 43. Regiment Stadhouder.
Kolonels.
Sinds 1675. Prins Hendrik Casimir; G. 18 Januari 1657; O. 25 Maart
1696.
Comm. 21 Maart 1697, sinds 12 December 1696. Rempt ten Ham van
Holtzappel.
Luitenant-kolonels.
Sinds 1680. Gerard Schaey.
Comm. 24 April 1695, sinds 9 Januari. R. ten Ham van Holtzappel; te
voren majoor bij No. 41.
Comm. 9 April 1697, sinds 12 December 1696. Nicolaas Sigers (Sy-
ghers).
Majoors.
Sinds 1686. Adolf Sciiaey.
(1) In 1692 verzocht Groningen den Raad van State, dat ,,haar Ed. Mo. gelieven te accep
teren de personen bij haar genomineert tot provisionele lieutenant Collonel en Sergeant-
majoor van het regiment van den Collonel Hendrik Losecaet, en deselve afnemen den
„gerequireerde eed". De Raad wees zulks af, zijnde geen gebruik zoolang zich hoofdofficieren
in werkelijken dienst bij dat régiment bevonden (Res. R. v. St. 9 December, Uitg. br. 13,
23 December 1692). Het betrof J. Gruys en J. de Valcke (Res. Gron. 16 Juli 1692).
(2) Res. R. v. St. 2, 21 December 1694 kapitein Jotian Kemmerer „geleidende in absentie
der hoofdofficieren" het regiment te Ath.-Res. R. v. St. 8 Februari 1695: idem kapitein
Hendrik Hysen.
