A. DB SUBSIDIE-TROEPEN
Overzicht
a. Van 1688 tot 1697.
In 1688 sloot de Republiek tractaten tot het overnemen van troepen
met Keur-Brandenburg, Brunswijk-Luneburg (Cell) en Wolfenbuttel,
Hessen-Kassei, Wurtemberg en Zweden (1). In 1689 volgde een tractaat
met Saksen-Gotha.
In 1698 vroeg de petitie van 3 November gelden voor aanneming van
5 regimenten cavalerie, als 2 van Keur-Saksen, 1 van Keur-Keulen, 1 van
Saksen-Meiningen, 1 van Barnekov (Zweden), benevens van 2 compag
nieën van Plessen-Kasselvoorts van 1 regiment dragonders van Hol-
stein-Ploen en van 3 compagnieën van Hessen-Kassei; eindelijk van 4
regimenten infanterie, als 1 van Hessen-Kassei, 2 van Schlippenbach,
1 van Hastfer (Zweden).
In 1694 kwamen Hannoversche Troepen in Staatschen dienst.
De Republiek gaf geen gevolg aan de aanbiedingen van andere vorsten
of bijzondere personen, als van cavalerie en dragonders door keurvorst
Maximiliaan Emanuel van Beieren en door Jobst Edmund van Bra-
beck, bisschop van Hildesheim, van infanterie en garde-dragonders door
hertog George Willem van Brunswijk-Luneburg (Cell), van dragonders
door Johan Herman van Nimphius, zich noemende gewezen overste
van Overijssel, van cavalerie door den Zweedschen kolonel graaf Nils
van Bielke (2).
Keur-Brandenburg.
Capitulatie van 15 Augustus 1688.
2 regimenten cavalerie; op Holland 12 comp. X 56; (1690 12 x 70).
9 bataljons infanterie; op Holland =28 X139; (1690 28 Xl41).
op Friesland 16 X189; (1690 16 X141).
De 9 bataljons ontleenden hunne benaming aan de regimenten, waar
van 1 bataljon tot de krijgsmacht van keurvorst Frederik III bleef be-
hooren. Volgens de capitulatie ontvingen 3 hoofdofficieren kolonels-
(1) Capitulaties in Hoofdstuk VI van Deel VI.
(2) Seer. Res. S.G. 6 Januari, 17 Juli 1690, 22 Januari 1691, Res. S.G. 10 Januari 1689,
7 Januari 1693.
VII
22