347
Samenstelling eener compagnie:
met 6 paarden
1 ritmeester (magistro equitum)
400
1 luitenant (locam tenente)
180
1 kornet (signiferos cornet)
145
1 kwartiermeester (metatore quartier-
meister)
70
1 schrijver (musterschreiber)
28
2 trompetters (tibicinibus)
2 paarden
70
58 ruiters (gregarüs equitibus)
1636
65 hoofden met
76 paarden.
De 2 regimenten kwamen kort na overlijden van keurvorst Johan
George (7 Mei 1694) in Nederland aan. Zijn broer en opvolger Frederik
August beklom in 1697, na verandering van geloof, als August II den
Poolschen troon. De doortocht in Gelderland en Overijssel verwekte veel
vrees voor „desordres en inconvenienten", steeds gevolg van gebrekkige
betaling. Te Zutphen had de monstering plaats: de regimenten verkeer
den „in redelyke Staat", eenige paarden waren door de lange marschen
„seer bedorven". Ze kwamen voortaan op de repartitie van Groningen,
een provincie die niet of slecht betaalde en steeds ten achteren was. De
schuld van het verkeeren „in slegten staat" lag mede aan de Saksers:
weinig zorg voor de recruteering, de beide kolonels meestal afwezig, een
hunner zelfs tijdens den veldtocht van 1696 (1).
Hoewel de capitulatie in 't voorjaar van 1698 afliep, eindigde de reke
ning met ultimo December 1697. Met groote achterstallen keerden de
regimenten naar Saksen terug (2).
Keur-Keulen en Saksen-Meiningen.
a. Bij de onderhandelingen over het in dienst nemen van een regiment
Keulsche cavalerie vernam de Raad van State, dat „de ruiters niet ten
„besten geequipeert en gewapent, oock van sleghte paerden voorsien
„souden wesen". Toch nam de Republiek bij capitulatie van 29 December
1693 het regiment, samengesteld uit 6 compagnieënX76, in haar dienst;
de 49.500 voor aanrits- en transportgelden te vinden uit de gelden,
aangevraagd bij petitie van 3 November. In driejaren tijds veranderde de
repartitie driemalen: een slecht teek en! 1694 op Utrecht en Fries
land, 1695 op Friesland en Groningen, 1696 en 1697 op Groningen. De
majoor Gratiën de Pusterle en de militie-commissaris Bartholt van
Diemen monsterden het regiment op 12 Januari 1694 te Rijnberk en
geleidden het naar Nijmegen. Op 11 Februari moest het regiment van
Nijmegen op marsch naar 's-Hertogenbosch. Gekomen op de Wijchensche
4
55 55 55
„9
2
1 paard
58
J
(1) Ree. S.G. 3 Juni, Res. R. v. St. 2, 5, 8 Juli, 6 December, Uitg. br. 8 Juni 1694, Ree.
R. v. St. 12 December 1696.
(2) Res. S.G. 26 Januari, 31 October, 19 November, 29 December, Res. R. v. St. 15 Mei
Seer. Res. S.G. 1 October 1697.