Jean Papon de la Motte.
376
Republiek en voor gezamenlijke rekening, te Brussel een vrij regiment
dragonders op „tot het extenderen der contributiën". Het korps, samen
gesteld uit 9 compagnieën van 40 man, kwam onder bevel van kolonel
Jacques le Pasteur, met Henry Octave de la Torre als majoor.
Het voldeed nog minder aan de verwachtingen dan dat van Jacob. In
1697 moest worden overgegaan tot een inkrimping van 2 compagnieën,
waarvan de eene, sterk 40 ruiters en 60 fusiliers onder FRANgois Thibaut,
te Namen de andere van 50 man onder Pierre Collet te Ath (1).
De vrede van 1697 maakte een einde zoowel aan alle contributiën,
als aan het bestaan van partijgangers en vrije korpsen. Een voornaam
deel der ondervonden teleurstelling viel toe te schrijven aan de onzuivere
samenwerking met Spanje. De vijand daarentegen was veel beter in
staat plannen uit te werken en zijn doel te bereiken, gevolgen van ge
hoorzaamheid aan een enkelen wil.
Met den oorlog van 1702 trad voor de Republiek een meer gewenschte
toestand in. De Spaansche landvoogd, keurvorst Maximiliaan Emanuel
van Beieren, schaarde zich aan Fransche zijde, zoodat verder van samen
werking met den vroegeren bondgenoot geen sprake kon zijn. De instructie
van 11 Mei 1702 voor de ontvangers en contrerolleurs der contributiën
en verdingen beval de oprichting van 5 kantoren, waaraan bij elk toe
gevoegd een vrije compagnie fuseliers of vierroers van 100 man, gekozen
uit „bequame spions, guides en voorts uyt Luyden die voor desen hebben
„gedient en bekent zijn in die quartieren van s'vyants Lant, daar de
„compagnieën zullen gebruyckt worden uyt eene couleur gecleet en voor
„al voorsien van goede snaphaenen, bajonetten en ondergeweer" (2). De
compagnie was samengesteld uit 1 kapitein, 1 kapitein-luitenant, 2 lui
tenants, 4 onderluitenants, 4 sergeanten, 2 tamboers, 1 schrijver, 85
fuseliers waaronder 3 korporaals; kosten per maand 1041-5 voor elke
compagnie.
De eerste compagnies-commandanten voor de 5 kantoren waren:
(1) Zie Aanteekening N° 27.
(2) Door ondergeweer heeft men te verstaan degen en pistool. De degen verviel ingevolge
Res. R. v. St. 20 November 1702.
(3) De kapitein-luitenant Pierre de St. Martin beschuldigde den kapitein Carlos
Lorens van slecht beheer der compagnie, hetgeen ongegrond bleek en den aanbrenger voor
den krijgsraad bracht (Res. R. v. St. 5 December 1702).
Maastricht Ie kantoor
2e kantoor
Kantoor Hulst
Kantoor Sluis
Kantoor Breda
Comm. 7 Juli 1702
sinds 8 Juni
Comm. 7 Juli 1702
sinds 8 Juni
Comm. 19 Juni 1702
Comm. 28 Juni 1702
id. id.
Coilin Lambert.
Frederik van Lely, voormalig kapi
tein in Franschen dienst bij het regi
ment Duitschers van Zurlauben. G. 3
April 1674, O. 17 Maart 1755 als kolo
nel van een Staatsch regiment infan
terie.
Carlos Lorens (3).
Arnold Charles van Westkeroken.