383 Sinds 1678 bezat de Republiek 4 compagnieën artillerie van 90 hoof den. Nadat de petitie van 17 Juni 1689 een som van 200.000 had aan gevraagd o.a. tot oprichting van 5 compagnieën, elke van 102 handlangers, bracht de generale petitie van 14 Februari 1690 elke compagnie artillerie op 260 hoofden, door toevoeging van 18 timmerlieden en 152 handlangers. De generale petitie van 28 October 1694 verminderde de compagnies sterkte op den voet van 1677 tot 175 hoofden, doch gaf tevens de groote verbetering door de 4 compagnieën met ander personeel, tot dusverre uitsluitend betaald bij diensten te velde, van den extra-ordinaris voor vast op den gewonen staat van oorlog over te brengen (1). Gedurende den negenjarigen oorlog traden de nadeelen in het licht van het gering aantal compagnieën, die bij verschillende gelegenheden tot in de kleinste detachementen, zonder behoorlijke bevelvoering, wer den opgelost. Om in het vervolg daarin beter te voorzien, splitste men bij het einde des oorlogs de 4 compagnieën in 8, elke overeenkomstig de algemeene legervermindering, met een vredessterkte van 49 hoofden, tegen 790 ter loopende maand of 1036-17-6 ten 42 dagen, als 2 kapitein en jongen £100 2 luitenant en jongen50 1 ordinaris-vuurwerker „40 3 extra-ordinaris edellieden van het kanon90 1 extra-ordinaris vuurwerker 30 40 konstabels480 In de jaren 1701 en 1702 verkreeg elke compagnie telkenmale vermeer dering van personeel, als a. bij petitie van 5 Maart 1701 tot 97 hoofden, door toevoeging van 6 konstabels, 2 vuurwerkers, 4 bombardiers of conducteurs van de vuur werkers, 1 korporaal en 6 timmerlieden, 2 korporaals en 27 handlangers. In plaats van aanritsgeld7 elk man 3 weken soldij (2). b. bij petitie van 29 October 1701 tot 138 hoofden, door toevoeging van 4_ timmerlieden, 2 korporaals en 35 handlangers. Aanritsgeld 12.5 rijksdaalders. De samenstelling was thans 2 kapitein en jongen £133 2 luitenant en jongen. 75 2 ordinaris meester-vuurwer- kers„200 2 extra-ordinaris idem „176 4 bombardiers of conducteurs der vuurwerkers „100 3 onderluitenants of extra-or dinaris edellieden „135 2_5 konstabels450 24 idem252 1 korporaal van de tim merlieden 22-10 10 timmerlieden 200 ■^korporaals van de hand langers „56 62 handlangers744 Totaal 2543-10 ter loopende maand of 3338-6-10 ten 42 dagen. (1) Betalingslijsten van 90 en 175 hooiden, (2) Res. R. v. St. 18, 27 Februari 1701.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 397