25 zooveel paaiden (1). De korpsen, die te velde kwamen, ontvingen wagen ordonnantiën voor 3 maanden, waarvan de betaling menigmaal op zich het wachten; voor den aanstaanden veldtocht waren aangewezen 45 ïegimenten infanterie „neffens alle de Ruijterije ende dragonders in „Staatsche dienst sijnde" (2). De Spaansche landvoogd Guastanaga duchtte vooral gevaar voor de zee-provinciën en vroeg versterking van Staatsolie regimenten. Hunne Hoog Mogenden verklaarden boven de reeds in Vlaanderen aanwezige regimenten geen meerdere militie te kunnen missen; zij waren evenwel bereid om, even als in het vorige jaar, een ruiling aan te gaan van 1500 Spaansche ruiters tegen 4500 man infanterie „doch ingevalle aan de „voors. Ruyters eenig manquement gevonden soude mogen werden in „getal, monture of andersints, dat daertegen ook wederom naer proportie „van het manquement soo veel militie van den Staet te rug gehouden sal „werden". Te nauwernood was men hieromtrent tot overeenstemming gekomen, toen graaf Willem Adriaan de Hornes, gouverneur van Sluis, kennis kreeg van het door den gewezen schepen Jacob Martinet en den schipper C ornelis Roelandts gepleegd verraad om de Zeeuwsche eilanden in handen der Franschen te spelen, althans om Blankenburg, Kadzand, Walcheren, Goes en Zierikzee onder Fransche contributie te brengen. l)e krijgsraad te Sluis sprak over beiden het doodvonnis uit; op 16 Mei werd Martinet geworgd, zijn lichaam gevierendeeld, het hoofd gestaakt, zijn goederen in beslag genomen, Roelandts gehangen, zijn goederen eveneens onteigend. De luitenant-kolonel Abraham Palm en de vaandrig Jacob Bollaers, door Martinet beschuldigd van bekend te zijn geweest met de gevoerde briefwisseling met Louvois, werden op 13 October door den te St. Quentin Lennick onder Hendrik van Weede voorgezeten Hoogen Krijgsraad verklaard voor Puer, Suijver ende Innocent Anthoni Regnault „ontdecker vant verraedt" kreeg een jaarlijksche toelage van 100, welke evenwel aan zekere korting was onderworpen (3). In Mei bevond het Jransche leger zich bij Montaigne, voorzien van zware artillerie en het noodige materieel voor het oversteken van de Schelde. Bij Deinze betrokken 26 bataljons, 60 eskadrons, met 51 stukken geschut en een groote hoeveelheid koperen schuiten, een kampement. Op vermoeden, dat de vijand zich wilde meester maken van het kanaal Brugge-Ostende, verzocht Guastanaga om spoedig Staatsolie troepen te velde te brengen. De landvoogd verklaarde: Bruges est en danger" niet alleen van wege den vijand, mede wegens onbetrouwbare lieden binnen de stadeen van verraad beschuldigd Engelsch luitenant-kolonel was gevankelijk naar Sluis gevoerd. Na gehouden overleg, begaf graaf (1) Zie Aanteekening N° 14. (2) Res. R. v. St. 6 Mei 1690. (3) Seer. Res. S.G. 23 Februari, Res. S.G. 16 Mei, 3, 25 Juli 1690, R. v. St. Uitg. br. 20 Augustus 1692; Pamfletten 13351, 13353. Regnault ontving later 300 pensioen en overleed in 1703 (Res. S.G. 29 Mei 1703).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 39