886
Johan Cornelis van Cuyk leverde bijbehoorende houten affuiten met
ijzeren beslag tegen 100 het stuk. Na proefschieten met granaten onder-
toezicht van luitenant-kolonel Adriaan van der M'ijll volgde indeeling
van houwitsers bij de veld-artillerie te Mechelen (1).
Onder verschillende goten van Nieuwpoort wogen 6 metalen halve
kartouwen van 24 ijzer samen 26560%2 dito 4880 en 4710%6 van
12% 3685-3835%; 6 van 6% 2260-2365%. Adriaan Kerciihoven,
meester-molenmaker te Leiden, leverde 200 eikenhouten affuiten tot
kanons van 24, 12 en 6% voor 23.584-10; 50 eikenhouten rampaarden
tot kanons van 24, 18, 12 en 6% voor £3.396. Het „beste Sweedsche
yser" kostte bij inkoop 8 de 100%. In 1699 liet de Spaansche regeering,,
te Mechelen kanonnen gieten van 70.000% te Dordrecht aangevoerd
Japansch koper (2).
In 1692 bestond de veldtrein uit 50 halve kartouwen van 24%, 20
veldstukken van 12%, 12 mortieren van 50% steen, 12 houwitsers, 10
petarden, met toebehoorende voertuigen, ponten, paarden, enz. Verschei
dene resolutiën van den Eaad van State bevatten uitvoerige lijsten van
geschut, munitie en oorlogsbehoeften, mede van „saecken in en ontrent
,,'s Lands magasijnen tot Maastricht gerequireert" waarbij „een goede
quantiteyt stormseyssens, morgensterren en halve spiessen, tar en peck"
en van het in 1696 tot vervoer gereedstaand geschut uit de Hollandsche
magazijnen (3).
Sinds 1701 geschiedden de meeste aankoopen van projectielen door
bemiddeling van den Amsterdamschen koopman Juda Senior Henriques
als: kanonkogels van 24, 12 en 6% tegen £10-10 het schippond, hand
granaten van 3 en 4% tot 0-3 het schippond, gelijkstaande met 3
centenaars van 100%, Voor een door Henriques te Keulen gekochte
partij betaalde de Staat 9-10 de 300%. Adriaan van Cuyk en andere
pulvermakers verbonden zich tot vulling van het generaliteits-magazijn
buiten Delft met ruim 400.000% buskruit „mids dat de salpeter aan haar
„sal geleverd worden van 's Landswege" (4).
Bij stormloop op vijandelijke stellingen en bressen moesten de grena
diers de stormcolonnes voorafgaan; dit was vooral levensgevaarlijk bij
onvoldoend verkregen geschutwerking en als de handgranaten opraakten
of onbruikbaar bleken. Het laatste kon bij gebrekkig onderhoud het geval
zijn; handgranaten „te suyveren en te repareren" kwam op 6 stuivers
het stuk. Bij het schoonmaken van handgranaten in het magazijn achter
de Kloosterkerk te 's-Gravenhage ontplofte op 3 November 1690 de
voorraad en vernietigde het gebouw, vele naastgelegen huizen kregen
brandschade, de commies van het magazijn verloor het leven. In 1696
vond te Maastricht een ernstig onheil plaats: 2 conducteurs, 1 vuurwer-
(1) Res. R. v. St. 14, 21 Februari 1690, 23 Februari, 5, 18, 26 Maart 1693.
(2) Res. R. v. St. 11 Januari 1689. 24 Maart 1690, 27 Maart 1699, 6 Februari 1700.
(3) Res. R. v. St. 23 Maart 1693, 26 April, 7 Juli 1694, 8 Maart 1696.
(4) Res. R. v. St. 16, 21 Februari, 11, 15 Maart 1701.