26 Willem Adriaan de Hornes zich met zijn regiment naar Brugge, terwijl 300 man van het regiment zijns broeders Johan Belgicus daar buiten bleven; aan het kanaal legerde zich het regiment van kolonel Filips van Essen. Te Gent bevond alles zich in goeden staat; Guastanaga had buiten de stad ruim 18000 man ,,seer schoon Volck" verzameld, waarbij zich voegde luitenant-generaal Hans Willem van Aylva „met ettelijcke „regimenten soo te voet als te paert", gedetacheerd van het hoofdleger onder Waldeck. ele deserteurs van den vijand, waaronder officieren, meldden zich aan; zij klaagden over zware marschen en beweerden, dat de goed opgestelde, sterke macht der geallieerden een beletsel vormde voor de vervulling eener belofte, dat zij „in een vet Landt souden gebraght „worden, hetwelcke selfs noyt contributie hadde betaelt", De luitenant- kolonel Willem van Zuydlant, die gedurende de afwezigheid van Hornes te Sluis het bevel voerde, moest Hunne Hoog Mogenden op de hoogte houden van de bewegingen en handelingen des vijands, en van den stand der onderwaterzettingen (1). Op voorslag van don Franqisco de Castillo, gouverneur van Ostende, besloot men tot het forceeren van de Fransche liniën, waardoor 't mogelijk zou zijn om Veurne, Bergambacht en andere streken onder contributie te brengen. Onder leiding van don Castillo braken op 4 Juni 600 ruiters en dragonders van prins Karel Hendrik van Lotbaringen-Vaudemont, 600 grenadiers en fusiliers onder kolonel Filips van Essen, 400 Engel- schen met detachementen uit Ostende en Nieuwpoort door de Fransche linie tusschen Loo en Hondschoote. De infanterie bleef de linie bezetten totdat de ruiters waren teruggekeerd van een executie omtrent Cassel, Poperinghe, Steen voorde en andere dorpen tusschen Duinkerken en Yperen, in de voornaamste plaats wegens non-betaling van schulden over de jaren 1689, '90 en '91 door Poperinghe ad drie maal 33.870, door Hondtschoote ad driemaal £23.505, te samen £125.115. Men keerde terug met 60 gijzelaars en gevangenen, overtuigd dat voortaan de contri- butiën vrij wat meer zouden opbrengen dan voorheen. De vijand bezette Yaeveghem aan de Leije met cavalerie en dragonders, Wacken met infanterie, artillerie en eenige cavalerie, terwijl het gros onder Humières, ter sterkte van 12— a 15000 man, post vatte tusschen Iseghem en Ingel- munster. Het Fransche hoofdleger onder Francois Henri de Mont- morency-Bouteville, hertog van Luxemburg, marcheerde zuidwaarts en trok bij Espierres over de Schelde. De tegenmaatregelen van Guasta naga en Hornes bepaalden zich hoofdzakelijk tot het verzamelen van de Spaansche en Staatsche troepen bij Dendermonde; Hannoversche korpsen bleven bij Gent (2). De Maarschalk Boufflers meende met uit Philippeville, Dinant en (1) Res. R. v. St. 26, 27 Mei, Uitg. bv. 30 Mei, Seer. Res. S.G. 15 Mei, Lias loopende dd 17, 20, 24, 27, 30 Mei 1690. (2) R. v. St. Uitg. bv. 6 Juni, S.G. Lias loopende dd. 6, 16 Juni 1690, Res. S.G. 25 Maart

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 40