'27 Charlemont verzamelde troepen nabij Namen over de Maas te trekken, doch hij werd op 4 April bij Floreffe geslagen, vervolgens door Luiksche troepen onder prins Albert Octavius t'Serclaes de Tilly in bedwang gehouden Hunne Hoog Mogenden verzuimden niet om den prins-bisschop van Luik, Johan Lodewijk van Elderen, daarvoor hun dank te betuigen „met de complimenten ter materie dienende". Deze omstandigheid, gevoegd bij de goede van Guastanaga en Hornes ingekomen berichten, deed bij Waldeck het besluit rijpen om „iets notabels" te ondernemen. Hij verzocht keurvorst Frederik III van Brandenburg om zich naar den Rijn te begeven en trok met het Staatsche leger van St. Truijen over Wavre naar Genappe. Luxemburg was inmiddels onderweg om zich bij Boufflers aan te sluiten; hij trok bii Han, tusschen Charleroy en Namen over de Sambre. Na den generaal-majoor graaf van Flodrof met ver sterking naar Namen gezonden te hebben, marcheerde Waldeck, voor afgegaan door de cavalerie onder luitenant-generaal Van Weijbnom, naar Mellet, waar hij het leger den nacht van 30 Juni op 1 Juli in bataille liet doorbrengen, terwijl de vijand zich bij Fleurus vertoonde. Luxemburg beschikte over 48 bataljons infanterie, 90 eskadrons cavalerie 80 eskadrons dragonders; bij Waldeck waren die getallen 28, 70 en 8. In de orde van bataille werd de rechtervleugel van de le linie aangevoerd door prins Walrad van Nassau-Saarbrücken, de linkervleugel door prins Hendrik Casimir; de luitenant-generaal Hendrik van Delwich was bevelhebber van de 2e linie (1). In den morgen van 1 Juli viel de vijandelijke ruiterij den linkervleugel aan, met gevolg dat „verscheyde swadronen in beyde liniën in desordre' geraakten en nagenoeg de geheele cavalerie op de vlucht sloeg „sonder sich yewers anders wederom te formeren of te vertoonen". De infanterie overdekte zich met roem door, in carre-formatie terugtrekkende, de voortdurende aanvallen met zeldzame koelbloedigheid af te weren. Het rapport, door Waldeck uit Brussel aan Hunne HoogMogenden gezonden, hield in: „den vijand soo veel superieur aen der Staats armee seijnde, „quam elxche rais met nieuwe troepen aen allen kanten aenvallen, het- „welck met mannligkeit geduyrende sess uhren van gevecht gesustineert „wierde, maer eyndelick van geen cavallerie meer gesecondeert seijnde „is men genoodsaeckt gewest met het resterende voetvolck den vyand „soo te paerd als te voet van voor t'attaqueeren en van achter aff te „wehren, en sulcks met sulckes success, dat den vijand niet meer hetselve „aengreppen dorst, en alsoo met 9 Regimenten, so noch in staat waren „de retraitte gemaeckt, en neffens de Generallieutenants Aylva en „Weibnom, waerbij mijn in persoon bevond, op Nivelle en vervolgens „herwaerts gevoert wierden, waerbij sich noch 4 Regimenten, soo sich „aen den linckern Vleugel door den viand doorgeschlagen, inde marche „vervoegten; beyde princen de Nassau en verscheyde Regimenten seijn (1) Seer. Res. S.G. 28 Mei, 5, 7, 18, 19, 26 Juni, Res. S.G. 16 Juni, Lias loopende dd. 16 Juni 1690.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 41