407
De commandeur Van Someren oordeelde „dat de saaken aldaar seer
„gevaarlyk staan voor syn eer en reputatie"; zijne verhouding tot de
Pruisische ambtenaren was verre van aangenaam. Hunne Hoog Mogenden
gelastten hem zich alleen te bemoeien met het garnizoen en de bewaring
der plaats; doch zij vervingen hem tijdelijk door luitenant-kolonel Rienk
van Burmania, die in October met 9 compagnieën van het regiment
Saksen-Eisenbach en de vrije compagnie van Glinstra de stad binnen
trok, makende met die van den commandeur samen 11 compagnieën.
In December bestemden Hunne Hoog Mogenden de vier oudste compag
nieën van het regiment Reynhard tot nadere bezetting. Hieronymus van
Someren bleef intusschen als commandeur gehandhaafd (1).
De Oost-Priesch bezettingen (2).
E m d e n.
Commandeurs.
Sinds 1677. Feyo van Heemstra, kolonel der infanterie; G. 1630; O. 7
Maart 1690.
Comm. 4 November 1690, sinds 4 Juli. Julius van Beyma, kolonel der
infanterie; G. 1654; O. 1697.
Comm. 12 Juli 1698, sinds 1 Maart. Joachim van Amama, kolonel der
infanterie; 1702 brigadier; G. 14 November 1657; O. 3 Juli 1720.
Leeroord.
Commandeurs.
Sinds 1678. Willem Allart Clant.
1692-1697 vacant (3).
1697. Wolfgang van Mom.
Comm. 10 September 1698, sinds 29 November 1697. Rempt ten Ham
van Holtzappel, kolonel der infanterie.
C. MINEURS.
Tijdens de gebeurtenissen van de jaren 1688 en 1689 deed zich de
behoefte aan mineurs levendig gevoelen. De commandeur van Maastricht,
Daniel Wolf van Dopff telde onder de dragonders zijner compagnie
(1) Res. S.G. IJ uni, 1 Juli, 23, 25, 27, 31 October, 30 November, 2, 4, 21 December 1702.
(2) Christiaan Eberhard van Oost-Friesland verlangde vergeefs dat de commandeurs
van Emdenen Leeroord bij hunne benoeming niet alleen aan Hunne Hoog Mogenden den
eed zouden afleggen, ook aan hem als vorst „zooals voor dezen gedaan is geweest". (Res.
S.G. 15 Maart 1098, 27 Augustus 1699).
(3) Res. R. v. St. 7 Februari 1698.