A. OVERZICHT. Kort na den slag bij Fleurus kreeg professor Godefridus Bidlo op dracht „om ordre op de hospitalen ende het besorgen en cureren van de „siecken ende de gequetsten te stellen" tegen vergoeding van reis- en verblijfkosten en een voorloopige belooning van 1000. Hospitalen waren in de Spaansche Nederlanden gevestigd te Brussel, Mechelen en Nijvel, terwijl de vorst van Waldeck moeite deed om er een te Namen in te richten voor 1000 lijders. Volgens het hospitaalreglement van 27 Februari 1690 moest het personeel uit de legerlasten worden betaald; het jaar- tractement bedroeg voor een le intendant 2000, een 2e intendant en een doctor 1000, een doctor bij de artillerie, een chirurgijn-generaal, le apotheker en le hospitaalmeester 800, een 2e apotheker 600, een 2e hospitaalmeester 500, het daggeld voor een apothekersknecht en kok 30 stuivers, een hospitaalknecht en een vrouw £1. De patiënt werd voor 4 stuivers daags „gedefroyeert ende gecureert", waarvan de helft door hem zelf moest betaald worden; indien het aantal lijders de beschikbare plaatsen overtrof, zoo werd namens den koning dek, stroo, brand en licht verstrekt, terwijl Hunne Hoog Mogenden zorgden voor voeding, medicamenten, bed, bulster en lijnwaad. Bij ontslag uit de inrichting ontving de soldaat 3 voor zakgeld (1). Voor verpleging in de pesthuizen vergoedde de Spaansche landvoogd 3 stuivers per man en per dag. Ongelukkig genoeg weigerden in het zuiden vele gasthuizen de opneming van zieke en gewonde Staatsche soldaten. Resident Johan Hulft te Brussel, die over £3000 te beschikken had voor verschillende doeleinden, zond met goedvinden van Waldeck „een „goede parthye gequetsten" naar Bergen-op-Zoom, Breda, Dordrecht en Rotterdam. Professor Bidlo strekte zijn onderzoek uit over de Staat sche garnizoenen in Westphalen, het volgende jaar mede over de hospi talen voor het Engelsche krijgsvolk; in 1701 viel hem een benoeming te beurt tot lijfmedicus van Zijn Majesteit (2). Op de ontdekking „dat de medicamenten in Brabandt veelsins gefalsi- fieert „en niet nae behooren gereet gemaeckt werden, dat mede tot dienst „ende curreringe der siecken en gequetsten verscheyden onbequaeme „personen werden gebruyckt ende oock op commissie van haer Ed. Mo. (1) Res. R. v. St. 27 Februari, 25 Juli, Res. S.G. 30 Juni, 1, 20, 31 Juli, Seer. Res. S.G 15 Juli 1690. (2) Res. S.G. 9 Januari, 30 Juli, Res. R. v. St. 8 Juli, 25 Augustus, 1, 29 September 1690, 17 Januari 1691

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 427