416
afgekeurde soldaten, wier verwondingen hen buiten staat stelden hun
eigen kost te verdienen (1).
Met het einde van den oorlog hielden de petities voor de legerlasten
op, De provinciën waren daarvoor nog aanzienlijke sommen schuldig,
toen een nieuwe oorlog op het punt van uitbreken stond. Op 28 Juni 1701
werden de eerste gelden voor een nieuwe serie aangevraagd. De troepen
betrokken kampementen in Gelderland en bij Oosterhout. Hier leden
weldra meer dan 2500 soldaten aan een ziekte „naa alle apparentie ver-
„oorsaakt door de siltigheid van den grond" en het gebruik van bier,
gebrouwen van „siltig water"; zij lagen op stroo in schuren, zonder dekens
en zonder verpleging. De Raad van State zond voorloopig een doctor en
een apotheker met de noodige geneesmiddelen, waarvan een gedeelte
„in bedurven staat" bleek te verkeeren: een toestand, welke niet mocht
voortduren. Hospitalen kwamen tot stand te Oosterhout, Terheyden en
Dongen, elk met een doctor, een apotheker met knecht en een schrijver.
De verpleging was berekend op 7 stuivers daags, waarvan 8 ten laste van
den Staat en 4 van den soldaat. Voorts sloot de Raad contracten met
kooplieden te Leiden tot levering van dekens en matrassen van eland-
of paardenhaar; het provisioneel reglement van 21 Februari 1702 „op cle
„bewaaringe der matrassen, hoofdpeluwen, deekens in de soldaaten
„barakken inde Frontieren van Braband en Vlaanderen", schreef voor,
dat de ruiters en soldaten „waarvan er twee sullen liggen in ieder bed-
„steede" voor het gebruik anderhalve stuiver per week moesten betalen.
In het weldra te Breda voor 200 man opgerichte legerhospitaal, ontvingen
de twee man voor hun bedstede of kribeen matras, 1 hoofdpeluw, 1 deken
en 2 paar lakens; elke most 2 stuivers daags betalen voor de medicamenten
en 1 stuiver voor ,,'t drinkebier" en kreeg verder „een houtte napp of
„schoteltje met een houtte lepel en een aarden waterpot"; voor allen
waren „eenige steek en spouwbekkens, urinaalen" voorradig, in de keu
ken „twee groote koopere keetels omme daarinne de bouljonnen, potta-
„gies of andersinds te konnen kooken en prepareren, ieder van dry a vier
„emmeren nats" (2).
Het regiment Schotten van Hamilton was een der korpsen met het
grootste aantal ziekenin Augustus 1701 bedroeg dit 29 officieren, 19 ser
geanten, 17 tamboers en 491 soldaten een toestand, welke verergdebij
overplaatsing in October naar Veere, waarvoor vele soldaten geen onder
dak was te vinden en 80 hunner zich in wachtlokalen moesten behelpen op
enkel stroo, zonder eenig dek. Het woeden der beruchte Zeeuwsche koortsen
in Staats-Vlaanderen gaf den stoot tot oprichting van hospitalen te Sluis,
Sas van Gent en Hulst elk met 200 bedden en tot het verzamelen van
behoeften voor een hospitaal tot verpleging van 5- a 600 zieken (3).
(1) Res. R. v. St. 11 Juni, 1 September, 19 October 1693, 5, 12, 15, 29 Januari 1694, 4
Februari, 1 Maart 1695.
(2) Res. S.G. 3, 4 Augustus, Res. R. v. St. 14 tot 16, 25, 28 Augustus, 22 September 1701,
14, 18 Januari, 2, 15, 21 Februari, 22 April 1702.
(3) Res. R. v. St. 2, 15, 17 Februari 1702.