424
AANTEEKENING N° 4 (bladz. 5 en 339).
De Deensch-Holsteinsche geschillen vereischten een uiteenzetting van
de verwantschap der betrokken vorstelijke personen.
Koning Frederik III van Denemarken, overleden in 1670, had vijf
kinderen
1°. Christiaan V, overleden 4 September 1699; opgevolgd door zijn
zoon Frederik IV
2°. Anna Sophia, gehuwd met Johan George III keurvorst van Saksen.
Hun zoon keurvorst Frederik August I nam in 1697 als koning
van Polen den naam aan van August II;
3°. George, overleden in 1708, gehuwd met Anna van Engeland, schoon
zuster van koning Willem III
4°. Frederika, gehuwd met Christiaan V, Albrecht van Holstein-
Gottorf, overleden in 1694. Hun zoon Frederik IV huwde Hedwig
Sophia, kleindochter van Hedwig Eleonora, zuster van Christiaan
Albrecht. Uit dit huwelijk sproot Karel Frederik, die in het hu
welijk trad met Anna, dochter van Peter den Groote
5°. Ulrica Eleonora (overleden in 1693), gehuwd met Karel XI van
Zweden (overleden in 1697), zoon van Karel X en de sub 4° genoemde
Hedwig Eleonora van Holstein-GottorfZij hadden drie kinderen
Karel XII, de sub 4° genoemde Hedwig Sophia en Ulrica Eleono
ra, gehuwd met landgraaf Frederik van Hessen-Kassei.
De koningen van Denemarken en de hertogen van Holstein-Gottorf,
voerden als leden van het huis Sleeswijk-Holstein allen den titel van „erve
„in Noorwegen, hertog van Sleeswijk-Holstein, Stormarn en Ditiimar-
„schen, graaf van Oldenburg en Delmenhorst' De hertogen bezaten
sedert 1580 de helft van Holstein als leen van Duitschland, de helft van
Sleeswijk als leen van Denemarken, aan welke laatste leenroerigheid zij
zich voortdurend trachten te onttrekken, hetgeen met behulp van machtige
bondgenooten vrijwel gelukte.
De vrede van Fontainebleau (1679) had de twist tusschen koning
Christiaan V en hertog Christiaan V Albrecht geenszins beslecht.
De koning maakte zich meester van Sleeswijk en de hertog vluchtte uit
Holstein; aangezien de koning met Frankrijk verbonden was, konden
Engeland en de Republiek niet gedogen, dat zich in het noorden een
brandhaard vormde, strijdig met hunne belangen. Coenraad van Heems
kerk ontving, als extra-ordinaris gezant, van beide regeeringen opdracht
tot het „assopieren vande differenten" en te zorgen, dat het Noorden
„buyten rupture" bleef. Het op 30 Juni gesloten verdrag van Altona
waarborgde den hertog de terugverkrijging van zijn deel met de souve-
reiniteit van Sleeswijk, terwijl het andere gedeelte in het bezit des konings
bleef. De verhouding tusschen de beide zwagers bleef evenwel zeer ge-