426 AANTEEKENING N° 6 (bladzijde 13). De troepenmacht, welke in 1688 naar Engeland overstak, is opgegeven in Deel VI, bladzijde 126. Daarvan bleven in 1689 de navolgende afdee- lingen vooralsnog in dienst en betaling van Engeland Op Holland. Compagnieën cavalerie. Op Gelderland. Zen Diederik Tengnagel. Lodewijk Pritzelwitz. 6 compagnieën gardes van Zijn Hoogheid onder Hans Willem Bentinck. Arnaud de Caumont de la Force, markies van Mont- pouillan. Gerard Pyper. Willem Frederik van Nassau-Zuylenstein. Isacq de Villeponteux, heer van Jaure. Everhardt Samuel van Lintelo. Johan Gerard van Oostrum van Maersbergen. Willem de Quadt van Soppenbroeck. George van Rietesel. Johan Reinhard van Hoornbergh. Johan van Dorp. Bogislaf Sigismund Schaeck. Gerrit Hendrik van Vittinghof, genaamd Schele. Ulrich Ernst Franck. Graaf Willem van der Lippe. Johan du Faget van Assendelft, heer van Cralingen- Heynenoort. Johan Zeger van Rechteren. Adam van der Duyn van 's-Gravemoer. Matthias Hoeufft van Oijen. Op Zeeland. Hendrik van Nassau-Ouwerkerk, gardes du corps. Nicolaas Dompré. Op Utrecht. Godard van Reede-Ginkel. Bezoldiging ten 32 dagen. 1 kapitein met rusting en spies 70 1 vendrig„32 2 sergeanten„36 3 korporaals„45 2 tamboers„24 1 schrijver„12 2 jongens„16 235 76 man ad 8 stuivers daags of 12-16 ten 32 dagen 972-16 88 hoofden 1207-16 87 hoofden1195 'V'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 440