435
der verwondingen. De magistraat aldaar besteedde zonder gewenseht
gevolg de straatreiniging aan, want „de vuyligheijt voor een groot ge
deelte op de straat bleeff leggen, waar door men met goede redenen
alsnu soude connen ordelen dat de lugt geinfecteert, de aldaar grasserende,,
„siecktens van coortsen ende roode loop gecauseert te sijn". (Ees.E.v.St.
25 September 1693).
In Ees. E. v. St. 7 Maart 1696 komt van -Tohan van Erp, kapitein
van de bruggen en ponten, een opgave voor van het in 1693 bij Neerwinden
en elders verloren materieel.
De luitenant-kolonel Johan Vleugels, directeur der approches, deed
in 1694 een lijst opmaken van alle te Hoei gekanonneerde en gebombar
deerde fortificatiewerken (Ees. E.v.St. 26 Maart 1696).
AANTEEKENING N° 20 (bladzijde 86).
Engelsche korpsen bij de revue van Eoosbeek: /L V
Infanterie 45 bataljons, waaronder 2 bataljons gardes, resp.
ad 759 en 761 man, prins Albreciit van Brandenburg 613
man, graaf Walrad van Nassau-Sarbrucken 649 man,
alles te samen27290 man
Cavalerie23 eskadrons, waaronder gardes du corps 168
man, grenadiers 167 man, gardes onder Hans Willem
Bentinck, graaf van Portland 345 man, Paul Diederik
de Boncour 306 man, Godart van Eeede, graaf van
Athlone 332 man, Armand de Caumont de la Force,
markies van Montpouillan 301 man, Adam van der Duyn
van 's-Gravemoer 316 man, Willem Frederik van Nas-
sau-Zuylensteyn 319 man, Bogislav Sigismund Schaeck
312 man, alles te samen6584
Dragonders 5 regimenten, waaronder de gardes onder
Abraham Eppinger 717 man, alles te samen2134
(De genoemde korpsen waren tijdelijk in Engelschen dienst).
Nederlandsche korpsen:
Infanterie 44 bataljons28129
Cavalerie 30 eskadrons9540
Dragonders 7 regimenten3187
In 't geheel76864 man.
Bij de Engelsche artillerie, welke te Gent was bijeengebracht, bekleed
den Nederlandsche officieren de voornaamste betrekkingen, als J. W.
van Goor „colonel of the train", W. Meesters „comptroller-general".
De „commissary of the train" Matthijs Smalbeen beschikte over 20
Staatsche legerschepen tot vervoer van geschut (Ees. E. v. St. 15 April
1694; English army lists 1689-1694, biz. 40, 184 en 185, 233, 301, vol
gend deel biz. 15 en 17).
