de stad Kortrijk. Hoewel de vijand zich verder rusteloos bleef roeren, verkozen de Brandenburgers en Spanjaarden de winterkwartieren te gaan betrekken, waardoor Waldeck genoodzaakt was het voorbeeld te volgen (1). De op 26 Juli door den Spaanschen landvoogd afgelegde verklaring om aan keurvorst Frederik III, zoolang zijn troepen in de Zuidelijke Nederlanden verbleven, maandelijks 40.000 patacons 100.000) af te dragen, gaf aanleiding tot bet sluiten op 7 September in het kamp bij Notre Dame de Lombeke (bij Ninove) eener conventie, regelende het onderling verleenen van hulp. Men verzocht den keurvorst „de passer avec Son Armée en dega, de la Meuse"; toen de Fransche strijdkrachten steeds toenamen, wijzigde men het verzoek in ,,de vouloir rester avec Son Armée en dega du Rhijn", daarbij verband te houden met de veld legers van Spanje en de Republiek. Dat van den keurvorst, ter sterkte van 20.000 man, zou, met vrijlating van Gelder en Limburg, zoodanige kwartieren kiezen, dat de vijand tusschen de Maas en den Rijn niet zou kunnen doordringen; over deze kwartieren viel nog veel te beredderen met den prins-bisschop van Luik, die in verzet kwam tegen een bezetting van Yerviers. De maandelijks af te dragen 100.000 zouden gevonden worden uit de door Spanje afgehaalde contributiën tot 50.000, uit die van de Republiek tot 25.000, de rest te verschaffen door Engeland. Op 23 December ratificeerden Hunne Hoog Mogenden de conventie tot „so verre als hetselve haer Ho. Mo. was concernerende en 't geen van harentwege daarin belooft was geworden" (2). Sedert September van het vorige jaar had keizer Leopold aange drongen op het houden van een congres, omdat tot dusverre „geen goede ende vaste concerten syn gemaeckt geweest". In Maart 1690 waren de ministers der verbonden mogendheden bijeen gekomen om uit te maken op welke wijze „de mouvementen, die den vijand sal willen maeken, te „observeren ende syne ondernemingen tegen te gaen". Als plaats van bijeenkomst was 's-Gravenhage gekozen „als het meeste in het midden „gelegen synde". De taak aan de Britsch-Nederlandsche strijdkrachten toegedacht, liep op groote teleurstellingen uit; de vloot geslagen bij Bevesier, het leger bij Fleurus! Terwijl de Franschen onder Maarschalk Guido Aldoncius Duhfort, graaf van Lorge, den veldtocht hadden ingezet met verwoesting en brandstichting, voornamelijk in de Palts en het aartsstift Mainz, had het Haagsche congres voor Duitschland besloten tot de samenstelling van drie legers. a. In Hongarije tegen de Turken, een keizerlijk leger van 30250" man onder prins Louis van Baden. De veldtocht eindigde in het voordeel 30 (1) Res. S.G. 4, 5, 24 Juli, 8, 21 Augustus, Res. Zeel. 12, 14 October, Seer. Res. S.G. 8, 17, 23 Augustus, 13 September ,20 October, S.G. Lias loopende 18, 23 Juli, 2, 18 Augustus 1690. (2) Seer. Res. S.G. 28, 29 Juli, 20, 30 October, 9 November, 11, 23 December, Res. H. 11 Augustus, Seer. Res. H. 21 October 1690.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 44