437 Your de Hannoversche troepen, op 17 Maart 1694 over gegaan in dienst van Groot-Brittannië en de Repu bliek, tot 30 Juli toen zij op den extra staat van oorlog overgingen voor soldijen boven de maandelijksche subsidie van '25.000 57.133-13-10 Vrije compagnie vuurroers te Maastricht, opgericht om excursies te doen op 's vijands bodem ter verstoring van den handeln 13.069- 9 Toelage voor tegenover den vijand verloren ruiters en paarden231.270 Daggelden voor gedeputeerden, met gevolg29.396- 3 Voor andere zaken36.165-15- 4 '2.633.480- 5, waarbij te voegen de nog te betalen posten Geschut en ammunitie door Holland aan de Generaliteit geleverd in plaats van geld op de legerlasten ruim 269.000 Scheepsvrachten tot vervoer van geschut en munitie, benevens allerlei legerdienstenbegroot op 160.000 Schulden van de legerhospitalen te Brussel en elders minstens 60.000 Meerdere betaling op bovenstaande posten geschat op '250.000 £3.372.480- 5, derhalve 372.480 meer dan de ingewilligde 3.000.000, waarin door Friesland nog niet geconsenteerd. Gevraagd een ronde som van 400.000. De provinciën zijn nog veel ten achter; overwegende „dat schrijven en „vermaanen, de enige middelen die thans gebruikt werden, wijnig hel- „pen", zij men bedacht op „sortabele middelen om de defectueuse pro vinciën anders te disponeren". AANTEEKENING N° 22 (bladzijde 91). Toen te Maastricht met bestemming naar Dordrecht moesten inge scheept worden: 4000 U kaas, 4000 'ti spek, 5 pijp brandewijn en een partij gort, weigerde de kapitein der artillerie Francois de hulp van handlangers om in te laden. De Raad van State gelastte: „de handlangers „niet alleen omtrent de artillerije en munitiën te laaten arbeiden, maar „ook ontrent vivres, en generalijk ontrent 't geen in de plaatse daar sij „leggen in of uit de magasijnen van 't Land gebragt word, op poene dat de „capiteinen sullen vergoeden de daggelden van de arbeiders, die gebruikt „worden". Hoewel dit bevel, volgens kolonel Verschuer in strijd was met de voorwaarden, waarop de handlangers waren aangenomen, bracht de Raad daarin geen verandering (Res. R. v. St. 6 '29 December 1694).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 451