443 De admiraliteit van de Maze wenschte het korps samen te stellen voor twee-derde uit goede, wel geoefende soldaten, voor een-derde uit bevaren jonge manschap, ten laste van de Unie, evenals de mariniers van 1665; in plaats van een schrijver bij elke compagnie een chirurgijn, aangezien de schrijver „die, om de methode van een weeckelykse hoofdelijke be- „talinge door ordinaris Bedienden der Admiraliteit te doen, als onnodigh „kan worden geconsidereert"bij sommige compagnieën: 1 kapitein van de land-militie, 1 kapitein-luitenant van de zee-militie, 1 luitenant van de land-, 1 onder-luitenant van de zee-, 2 sergeanten van de land-militie, 4 kwartiermeesters, waaronder een konstabel en een ander konstabel „tevens capitaine des Armes" uit de zee-militie; de andereconpagnieën 1 kapitein ter zee, le luitenant uit de land-, 2e luitenant uit de zee-, 3e luitenant uit de land-, 4e luitenant- uit de zeemilitie, sergeanten, kwartier meesters en konstabels als voren; reglement te wijzigen naar dat van 1665. Amsterdam stelde voor3000 man met officieren te lande gediend heb bende, 3000 man onder zee-officieren; daarvan 1200 man voor rekening van Amsterdam. Friesland stemde overeen met Amsterdam, doch was „tegenwoordig „niet in staat eenige manschap tot haren laste te konnen nemen". AANTEEKENING N° 31 (bladz. 139 en 291). Czaar Peter was, vóór zijn reis van 1697, op eigenaardige wijze bij Hunne Hoog Mogenden bekend geraakt. De resolutiën der Staten-Gene- raal van 18 September 1691 bevatten een bericht van Johan Willem van Keller, resident in Moskou „houdende dat Syne Zaarse Majesteyt „uyt eygener beweginge gelieft hebbende den suppliant aan te seggen „hem met syn geheele hoffstaet en groot gevolg van Dames, etc., te „komen vergasten, gelijk Sijne Majesteyt van te voren bij de ministers „van Sweden en Denemarcken hadde gedaan, hij resident was genoot- „saakt geweest ten respecte van den Staat ten dien fine aen te rechten „een seer groot festijn, daarop Syne Zaarse Majesteijt met over de hondert „voorname personen behalven de knechts en paerden was verschenen en „met groot contantement hadde gespijst, hebbende de voorschreve -maai bijt ontrent de 24 uren geduurt". Hunne Hoog Mogenden kenden den resident een vergoeding van 2000 toe. Een herhaling van dergelijk festijn geschiedde in 1695. Blijkens de resolutiën van 19 April 1696 schreef ge noemde resident: „dat het zyne Zaarsche Majesteyt hadde gelieft in de „maandt februarij 1695, uyt eygener beweginge, den suppliant aan te „seggen, dat hem met eenige grandes ende de geheele hofstoet, wilde „komen vergasten, dat hij suppliant der halven genootsaakt was ge- „weest, ten respecte van den Staat, aan te rechten een groot festijn, daar „op Zyne Zaarsche Majesteijt met over de hondert, zoo voorname als „mindere persoonen was verschenen, en aldaar met groot contentement

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 457