450 12 September, Hendrik van Nassau-Ouwerkerk (op z'n Engelsch: Auerquerque) luitenant-generaal over alle troepen te paard en te voet, 1 Juni 1697 generaal der cavalerie. 12 September, Hans Willem Bentinck, luitenant-generaal over alle troepen te paard en te voet, 1 Juni 1697 generaal der cavalerie. 1691. 15 Januari, Henry de Massue, markies van Ruvigny, generaal- majoor en chef van het regiment Fransche paarden, te voren onder Frederik hertog van Schomberg; 25 November 1692 viscount, 12 Mei 1697 earl Galway; 27 November 1693 luitenant-generaal. Februari, Godard van Eeede-Ginkel, generaal der Hollandsche infanterie in Ierland. 1692. 1 April, Henry Bellasyse, generaal-majoor, 4 October 1694 lui tenant-generaal der infanterie. 1 April, James hertog van Ormond, generaal-majoor der infanterie. 1 April, Esaias Didier de Boncour, brigadier; 1 Juni 1696 gene raal-majoor der cavalerie. 1693. 1 September, graaf Louis de Noyelles, brigadier der infanterie. 1694. 4 October, Abraham Eppinger, generaal-majoor der dragonders. 1701. 1 Juni. John Churchill, graaf van Marlborough, generaal der in fanterie, commandant en chef der Britsche troepen in Staatschen dienst. AANTEEKENING N° 42 (bladzijde 237). Er rezen moeilijkheden over den datum van Tettau's benoeming tot luitenant-generaal. Na overleg met Zijne Majesteit besloten Hunne Hoog- Mogenden „om quade gevolge ende alle inconvenienten voor te komen, „de gemelte commissie soude stellen op den eersten January 1692, als „wanneer het tractement van die charge volgens den Staat van Oorlogh „ten behoeve van den gemelten Heere Tettau soude loopen, ende dat „Sijne Majesteyt by een acte apart soude verclaren, dat hem in Mey 1691 „hadde vercooren ende dat hij van 't gene by het later dateren vande „commissie, soude werden gededommageert door Syne Majesteyt". (Res. S. G. 5 Juli 1692). AANTEEKENING N° 43 (bladzijde 237). Op het door Coehoorn ingediende rekest, stonden Hunne Hoog Mo- genden hem niet alleen 3 maanden extra-ordinaris traktement als luite nant-generaal toe, bovendien 3 maanden ordinaris „geconsidereert de „groote diensten die den suppliant in de voorlede campagne aan den „Staat gedaen heeft en hem tot Lieutenant-Generael hebben doen aan stellen, en sonder dat dit derhalve in consequentie sal konnen getrokken „worden bij anderen" (Res. R. v. St. 14 Januari 1696). Het leven van Menno baron van Coehoorn is o.a. beschreven door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 464