466
Bijlage IY.
Gebeurtenissen in Savoye en Piemont,
hoofdzakelijk in betrekking tot de Republiek.
Victor Amadeus II (G. 19 Maart 1666; 0. 31 October 1732) was in
1675 zijn vader Karel Emanuel II als hertog van Savoye opgevolgd.
Na herroeping van het edict van Nantes zond Lodewijk XIV een krijgs
macht onder veldmaarschalk Nicolas dE Catinat naar de grenzen van
Savoye, om door vreesaanj aging den hertog te dwingen tot geloof sver-
volging zijner protestantsche onderdanen, in navolging van het door
Frankrijk gegeven voorbeeld. Een hertogelijk edict van 31 Januari 1686
verdreef de Waldenzen uit hunne valleien in Piemont en Savoye; zij
vonden schuilplaatsen, waar vrijheid van religie heerschte. De Republiek
stelde 1200 voor reiskosten ter beschikking van 120 Waldenzers, die in
haar dienst wilden treden, en vergunde aan vele Zwitscherse kapiteins
om verdrevenen bij hunne compagnieën aan te werven „mits geschiedende
„in stilte" (1).
Toen de oorlog tusschen Frankrijk en Spanje uitbrak en de hertog
het verlies voorzag zijner onafhankelijkheid tegenover Frankrijk, trad
hij op 12 Mei 1689 tot het Groote Verbond toe. De Republiek en Engeland
kwamen tot het besluit om „een onverwachte ende notable diversie"
tegen Frankrijk in het leven te roepen door de dalluiden „die soo jam
merlijk uyt hare oude woonplaetsen syn verdreven ende nu een langen
„tijt hebben omgeswerft" weder naar hunne valleien te doen terugkeeren.
De in verband daarmede te 's-Gravenhage gehouden besprekingen hunner
afgevaardigden met prins George Frederik van Waldeck en de betrok
ken gezanten leidden tot de volgende maatregelen (2)
a. Het bijeenbrengen in Wurtemberg van alle Piemonteezen en gerefor
meerden, door de Republiek en Engeland gezonden, waarbij zouden aan
sluiten: 2 compagnieën Piemonteezen in Brandenburgschen dienst, de
voor Fuigeland aangeworven Zwitsers en de te Hanau in Hessen-Kassei
verblijvende vluchtelingen, benevens eenige door den landgraaf aangewe
zen ingenieurs, kanonniers, konstabels en vuurwerkers.
b. De kosten voorloopig te bestrijden door Engeland met 200.000,
door de Republiek met 100.000.
c. Koning Willem te bewegen tot de toestemming, dat de verzamelde
troepen „mogen militeren onder de baniere van deselve Zyne Majesteit".
d. Den Spaanschen gouverneur van Milaan, Antonio de Ayala
Velasco y Cardenas graaf van Fuensalida, te verzoeken tot het geven
van een detachement van minstens 3000 paarden en 700 dragonders, ter
geleide naar Piemont van 2500 man, wel voorzien van ammunitie en
levensmiddelen. Duitsche en Bourgondische militie zouden volgen, mede
wellicht een uit Venetiaanschen dienst ontslagen regiment Wurtembergers.
(1) Res. S.G. 24 December 1688. 20, 26 Januari, Seer. Res. S.G. 8 Juni 1689.
(2) Seer. Res. S.G. 6, 21 Februari, 6, 18, 20 Maart 1690.