51
de aanwezigheid van de Hessische troepen, zonder welke niet tot het
offensief kon worden overgegaan (1).
Toen AA illem III in September het krijgstooneel verliet, gaf hij het
opperbevel over aan Waldeck, met opdracht het leger te verdeelen en
kwartieren aan te wijzen. Na marschen van Cambron over Attre en
Ghislenghien naar Ninove, kon het leger wegens gebrek aan fourage niet
langer te velde blijven, zoodat half-October de winterkwartieren werden
betrokken. Gedurende de wintermaanden bleven de generaal der infanterie
Hendrik I rajectinus van Solms, de luitenant-generaals prins Johan
Karei, paltsgraaf van Birkenfeld en Hendrik van Nassau-Ouwerkerk,
benevens zes generaal-majoors voor den dienst in de Zuidelijke Neder
landen beschikbaar; de infanterie kwam hoofdzakelijk te Namen, Char
leroi, Ath, Oudenaerden, Ostende, Brugge en Gent, voorts zes regimenten
te Maastricht, de cavalerie te Brussel, Namen, Mechelen, Leuven, Maas
tricht, Maeseyck, Luik, Hasselt, Tongeren, Pire, St. Traven, Herck, Halle
(in het Luiksche) en La Haye in garnizoen, de Kngelsche korpsen raeeren-
deels te Breda, Bergen-op-Zoom en 's-Hertogenbosch. AValdeck gelastte
aan majoor O. C. van Verschuer „omme de artillerije niet te scheuren,
„maer alles tot nader ordre paraet te houden", het overtollige personeel
echter af te danken. Een ingesteld onderzoek moest uitmaken „wat om-
„trent de magasijnen offte andre saken noch nodig mogte wesen om de
„militie vanden Staet volcomen in staat te stellen om te kunnen ageren,
„in gevalle sulx om des vyants bewegingen ofte andersints wierden
„gerequireert De provediteurs Machado, Pereyra en Francois
Castaigne namen de verzorging op zich van fourage-magazijnen te
Brussel, Leuven, Mechelen en Namen; beide eerstgenoemden leverden
brood van 3 pond Brabantsch gewicht tegen 2j- stuiver, de fourage per
paard kostte dagelijks 9 stuivers, maar zou weldra wegens schaarsclite
duurder worden. De provinciën wezen predikanten aan om hare militie
„te onderrigten in de Leere ter Saligheid leidende, mitsgaders om te admi
nistreren de Heilige Sacramenten in Paaps land" (2).
Koning illem, die op 29 October weder naar Engeland vertrok,
achtte de Staatsche eri Engelsche korpsen niet bestand tegen het veel
sterkere Fransche leger, derhalve het overblijven van de Brandenburgsche
en Brunswijksche troepen „als een sake vande uijtterste importantie
„ende nootsaeckelijckheijt In November riep de keurvorst van Branden
burg vijf zijner bataljons uit het land van Luik terug, op grond van wan
betaling door den landvoogd Guastanaga. De regeering te Madrid verkoos
aan de Staten van hare Nederlanden het betalen van troepen niet toe te
staan en verlangde alle inkomsten zelf te ontvangen. Guastanaga ontving
(1) Seer. Res. S.G. 29 October. 19 November, 31 December. Res. S.G. 24 December 1691
(2) Res. R. v. St. 23 Augustus, 6 September, 8, 16, 19 October, 20, 23 November, 4 Decem
ber, Ing. Miss. dd. 2, 12, 24 October, Res. H. 18 October, 30 November 1691. 19 Januari,
Res. R. v. St. 16 Februari, Uitg. br. Maart 1692. Zie Aanteekening N" 17.