54 „tegen te gaan"; de Raad antwoordde met het verzoek om de bondge- nooten te overtuigen van de noodzakelijkheid eener volledige storting van de toegestane bedragen: bleven de middelen ontbreken, dan waren alle pogingen ijdel om met de militie iets te kunnen uitvoeren (1). Van Spaansche zijde kon geen steun verwacht worden; men hoopte aldaar veel eer „secours ende subsidien" van de Republiek te verkrijgen. Guastanaga had zich steeds welgezind getoondmaar, zonder vergunning uit Madrid, was hij niet bij machte om zelfs het geringste te leveren, van hetgeen in de Spaansche Nederlanden voldoende voorhanden was, als „palissaden, fascinen, santsacken ende andere diergelycke saken". ("it Madrid kwam evenmin geld tot betaling van de Cellsche en Branden- burgsche troepen. Gelukkigerwijze bracht de komst van den keurvorst van Beieren, den nieuwen gouverneur-generaal, eenige verandering ten goede. Neemt men in aanmerking, dat te Mechelen, de algemeene ver zamelplaats van de artillerie en de treinen, sinds vele maanden de officieren en verdere bedienden van het wapen, zoo mede de aannemers van tocht en wagenpaarden, de leveranciers van fourage, onbetaald waren gebleven, dan mag aan den Raad van State een welverdiende lof niet worden ont houden voor zijne moeitevolle werkzaamheden om de zaken in gang te houden. Pas na 1 April kwamen spaarzame stortingen met groote tus- schenpoozen binnen en kon het besluit worden genomen om S0.C00, ter delging van achterstallige schulden, van de eerst te ontvangen pen ningen af te nemen, onverschillig voor welke posten zij oorspronkelijk bestemd mochten zijn (2). In het begin van Maart konden Hunne Hoog Mogenden er niet aan twijfelen „off de rivieren sullen met dit aanhoudend doyend weder, ver- „mengd met stercke wint, binnen een dagh a twee vrij van ijs en navi- „gabel wesen", zoodat 't wenschelijk was om spoedig de ammunitie- wagens voor de veld-artillerie naar Mechelen, voor de groote- of belege- rings-artillerie naar Namen over te brengen. Destijds vorderde een trans port van geschut, enz. tot ongeveer 70 last van Maastricht naar Namen, ruim 900 aan vrachtloon. Recht op vergoeding van wagendiensten hadden de generaals, de officieren der infanterie en van de dragonders, niet die van de cavalerie. Een „Lyste van de waegen-ordonnantiën die „gerequireerd werden voor de Generaels Persoonen ende de Generale „Staffs Bedienden voor de campagne van den jaare 1692" omvatte ongeveer 100 personen met 258 wagens en 774 paarden. Zij, die den veld tocht als volontair mede maakten, zoo als het vorig jaar majoor de Viky(3) ontvingen voortaan geen vergoeding voor wagendiensten, ten zij op last van den kapitein-generaal. Op 1 April moesten de verschillende soorten van vaartuigen en paarden te aangewezener plaatse aanwezig zijn; te (1) Res. S.G. 9, 10, 29 Januari, 5, 11, 15, 17 Maart, Res. R. v. St. 8 Januari 1692. (2) Res. R. v. St. 14 December 1691, 8 Januari ,9 Mei, Res. S.G. 8 Januari, 11 Februari, Secr. R?s. S.G. 14 Januari, 5 Maart, Res. H. 18 Februari 1692. (3) Van 1661 tot 1664 was Jacob de Viry majoor bij een der regimenten infanterie; in volgende jaren was er geen andere majoor van dien naam ingedeeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 68