56 in orde, zooals wel gewenscht ware. Een bevel om de ruiterij uit het maga zijn te Brussel van fourage voor 5 dagen te voorzien, bovendien 280.000 rations op te laden, kon niet ten volle worden uitgevoerd, omdat slechts minder dan de helft aanwezig was; wel waren volgens het op 19 Maart gesloten contract de aannemers verantwoordelijk voor volle magazijnen, maar aan de voorwaarde „mits daer van betaald wordende" was niet voldaen (1). Over de Fransche legers voerden het bevelde hertog van Luxemburg in de Spaansche Nederlanden, de Lorge in Duitschland, Boufflers aan de Moezel, Louis Anne Jule, hertog van Noailles, in Catalonië, Nicolas de Catinat in Italië, Bernardin Gigault markies van Belle fort aan de Normandische kusten. In de Spaansche Nederlanden lagen de Franschen gekampeerd ten noorden van Bergen, bij Estinne en Binche. Aanvallen hunnerzijds achtte men mogelijk op Namen, Charleroy, Ath (2) en Oudenaerdede Baad van State wenschte de aldaar liggende Staatsche regimenten twee maanden soldij te bezorgen „ten einde om in cas van „onverhoopt beleg niet onvoorsien te zijn van geld", maar Hunne Hoog- Mogenden vonden één maand soldij voldoende. Door zijn opmarsch naar Nivelles verkreeg men pas zekerheid aangaande 's vijands bedoelingen: Lodewijk XIV nam zijn intrek in de abdij van Malonne en opende den 25sten Mei den veldtocht met het beleg van Namen, hetwelk werd ingezet door een leger van 50.000 man onder den dauphin Lodewijk, gedekt door 60.000 man achter de Mehaigne onder den hertog van Luxemburg. De verdedigers telden 9000 man onder Octave Ignace, hertog van Aremberg en Barban^on; generaal-majoor Ditmar van Wijnbergen, bevelhebber der Staatsche regimenten, wist met een Brusselschèn bankier een leening van £20.000 te sluiten, ter betaling van 's lands militie. De legers der geallieerden lagen tusschen Anderlecht en Dilbeek. In den nacht van 80 op 31 Mei opende de vijand de loopgraven; voortaan berustte de leiding van aanval en verdediging bij Sebastien le Prêtre de Vauban en Menno van Coehoorn (3). Inmiddels waren de vereenigde vloten uitgezeild met John Asby als commandeur van de blauwe Edward Bussell van de roode - Philip van Almonde van de witte vlag. Zij vernietigden den 29sten Mei en volgende dagen bij La Hogue de Fransche vloot onder Tourville, en daarmede de Fransche heerschappij ter zee; 't geschiedde in het gezicht van den gewezen koning Jacobus en een op de Normandische kust ver zamelde troepenmacht, wier plannen op een landing in Ierland voor goed in rook vervlogen, terwijl de medewerkers in Ierland gevangen werden genomen. Bussell en Almonde hadden de gelukwenschen van (1) Res. S.G. 18 Maart, 19 Mei 1692. (2) Jacques de Fariaux, heer van Maude, gewezen gouverneur van Maastricht, was thans bevelhebber te Ath. (3) Res. R. v. St. 10, 14 Maart, 28 Mei 1692.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 70