62 schen versloegen en met 25 officieren en 300 man krijgsgevangenen huis waarts keerden. Op 17 September verliet de koning liet sinds eenigen tijd bij Grammont verblijvende leger. Enkele dagen later marcheerde dit naar Deynze, van waar den 28sten werd opgebroken; de cavalerie naar Gavere, de infanterie naar Gent bij de Brugsche Vaart, om vervolgens de winterkwartieren te betrekken. De graaf van Athlone trad op als opperbevelhebber der Staatsche troepen in Vlaanderen, graaf W. A. de Hornes van die op de frontieren in het westen, waartoe Dixmuiden en Veurne behoorden. Het Fransche leger vestigde zich tusschen Yperen en Doornik (1). Van 's konings afwezigheid gebruik makende, beproefde Boufflers een aanslag op Charleroy, alwaar Juan Antonio de Pimbntel, markies van la Florida, het bevel voerde en drie Staatsche regimenten in bezetting lagen. Zoodra koning Willem van den aanslag vernam, schorste hij de voorgenomen reis naar Engeland op, spoedde zich via Breda naar Brussel en trof zoodanige maatregelen, dat Boufflers genoodzaakt was zijn voor nemen op te geven, evenwel niet, zonder Charleroy op 19 en 23 October een bombardement te hebben doen ondergaan. De koning gaf den 21 sten het algemeen bevel over aan den keurvorst van Beieren en stak, na de van Hunne Floog Mogenden afscheid te hebben genomen, op 25 October in zee naar Engeland. In December ontving de kwartiermeester-generaal D. W. van Dopff opdracht tot het inrichten eener linie van defensie langs de Demer, tusschen Mechelen en Maastricht „tot securiteijt" van de Landen tusschen Maas, Demer en Schelde gelegen, terwijl de Raad van State een begrooting opmaakte voor noodzakelijke fortificatie- werken op de frontieren. Athlone marcheerde met 10000 man naar Frasnes bij Gosselies, van waar hij versterkingen zond naar Charleroy en Ath. Hiermede meende men, dat de veldtocht in de Spaansche Neder landen af was geloopen; doch men rekende eenigszins buiten de Franschen. Boufflers sloot onverwacht de toegangen tot Charleroy af, hetgeen Hunne Hoog Mogenden bewoog om de aldaar liggende Staatsche regi menten, thans ten getale van acht, een „douceur" toe te kennen „om de „desertie soo veel doenelyck voor te komen"; de „douceur" werd pas in het volgende jaar vastgesteld op 4 stuivers 's.weeks voor eiken soldaat, de sergeanten daaronder begrepen. Op 26 December vermeesterden de Franschen de voorstad van Hoei, doch twee dagen later moesten zij, wegens de nadering van Athlone, weder aftrekken. Reeds den volgenden dag (29 December) ging Boufflers over tot de berenning van Veurne, welke plaats in het begin van 1693 in zijn handen viel (2). Men was overeengekomen om de 6000 man Brandenburgsche troepen, welke volgens het „Maastrichtsche Concert" beschikbaar moesten zijn (1) Res. S.G. 23 Augustus, 11, 17 October, Res. R. v. St. 3 September, 2 October 1692. Vorst George Frederik van Waldeck was op 19 November overleden. (2) Res. S.G. 11, 17, 23 October, 11, 27 December, Seer. Res. S.G. 18, 22 December, Res. R. v. St. 2, 31 December 1692, Res. S.G. 2, 13 Januari, Res. R. v. St. 2 Maart, Uitg. br. 5 Februari 1693.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 76