(57
ontvangen, als van „de Luyden die in t'voorledejaar tot Maestricht en
„Luick gebruikt sijn tot het inhuuren van Maasponten voor de artillerye,
,>die haar lijf niet seker sijn en van d'eene stadt na d'ander vlugten omdat
„de schippers nog seventigh duisent gulden ten agteren sijn (1).
c. Hospitalen. Te Brussel richtte men weder een legerhospitaal op,
waarvoor de Raad een doeltreffend reglement samenstelde. De apotheker
FRANgois VAN Sevenhuysen had weder de medicamentkisten in orde
te brengen, terwijl de resident Johan Hulft met het toezicht op de hos
pitalen belast bleef. In Juni eischten de leveranciers 12.000 voor geleverde
meubelen en behoeften aan het militair hospitaal te Maastricht (2).
d. Fortificatie-werken. De Republiek liet zich veel gelegen liggen aan
de versterkte plaatsen in het buitenland, welke zij wel als eigen frontieren
geliefde te beschouwen, wanneer deze tot de veiligheid van haar grond
gebied konden dienen. De Raad van State had ze in „volcome defensie"
te houden en met de nodige artillerie en verdere behoeften te voorzien.
In Januari beraadslaagde de Raad met deskundigen en belanghebbenden
over de verzekering van Hoei, Luik en Maastricht, benevens over het
formeeren van een linie van defensie langs den Demer, tusschen de Maas
en de Schelde. Menno van Coehoorn was belast met de voltooiing der
werken van Luik en Hoei. De daarvoor vereischte gelden, mede ter voor
ziening van de magazijnen en betaling der militie, waren van Luik niet
te betrekken; hoewel de stad beloofde haar best te zullen doen, viel ze
weinig te vertrouwen: de bevolking was voor twee-derde Franschgezind.
De Republiek bezorgde, den prins-bisschop Johan Lodewijk van Elderen
een leening van 100.000, waarvan, met diens goedkeuring, 37.500
voor de verschillende uitgaven aan Coehoorn ter beschikking werden
gesteld; op aanwijzing van laatstgenoemde kon Luik zestien kanonnen
met 800 kogels per vuurmond uit Maastricht betrekken. Ten dienste van
de linie van defensie viel op geldzending uit Spanje niet te rekenen. De
keurvorst van Beieren zocht daarom van de Republiek geschut en ammu
nitie, vivres voor de magazijnen en 3a 400.000 te leenen, deze som
te besteden aan het herstel van de meest noodige werken, met name van
Ostende, Nieuwpoort, Brugge, Ath en Oudenaerde. De Republiek toonde
zich genegen om, onder de noodige waarborgen, een leening te sluiten
van 500.000 tegen een interest van 6% (3).
e. Geestelijke verzorging. Bij het leger te velde en in elke plaats van
beteekenis in de Spaansche, d.w.z. katholieke Nederlanden, waar Staatsolie
troepen in garnizoen lagen, waren predikanten van de gereformeerde
kerk aanwezig. Elke provincie en de Generaliteit moesten voor zeker
aantal, overeenkomstig de gewone quote-verdeeling, zorgdragen. Toen
in den loop van het jaar een predikant zonder verlof uit Nieuwpoort
(1) Res. R. v. St. 17, 27 December 1692, 3, 20, 29, 30 Januari, 27 Februari, 1], 23 Maart,
o, 9 Juni, Uitgr. br. 6 Juni, S.G. Lias loopende dd. 6 Juni 1693.
(2) Res. R. v. St. 27 Januari, 19 Maart, Uitg. br. 6 Juni 1693.
(3) Seer. Res. S.G. 6, 7, 21-23 Januari, 17, 24, 25 Februari, 28 Maart, 21 April, 30 Juni
Res. R. V. St. 16, 23, 29, 30 Januari, 5 Februari 1693.