70 van de Fransche linie tusschen Doornik en Meenen, welke was aangelegd tot het beletten van dezerzijdsche heffingen in het achter gelegen land; nadat de linie geslecht was, bracht de hertog het land tot Douay onder contributie. De ontvanger Abraham Sandra, die op den 19den met zijn commies Gent verliet om orde op de nieuwe contributiën te stellen, be leefde te Hilvarenbeek een minder aangename ontmoeting, waar zij werden opgelicht en gevankelijk naar Meenen gevoerd; onder niet al te bezwarende voorwaarden herkregen beiden de vrijheid (1). Tegen den uitvoer van paarden en granen naar den vijand voorzagen verschillende plakkaten. Aangezien de smokkelaars zich bedienden van door onbevoegden verleende paspoorten, ontvingen de gewezen kapitein Sebastiaan Bossier en de luitenant der cavalerie Anthony van Keppel- fox commissies van Hunne Hoog Mogenden „om te ontdecken de frauden wegens „het uytvoeren van paerden" (2). Bodewijk XIY bestemde tot opperbevelhebbers in den aanstaanden veldtocht in Vlaanderen, den hertog van Luxemburg; tusschen Maas en Moezel, Boufflers; in Duitschland, de Lorge, later den Dauphin; in Italië, Catinat; in Roussillon (Pyreneën), Noailles; in Bretagne, waar men steeds tegen Engelsch-Nederlandsche aanslagen op zijn hoede moest zijn, zijn broeder hertog Filips van Orleans. In 't begin van April berichtte Athlone uit Brussel, dat de vijand zijne troepen in beweging begon te stellen, zoodat hij den Baad van State verzocht om de helft van de voor de artillerie bestemde wagens en paarden naar Mechelen te zenden, de rest in de Langstraat gereed te houden. In Mei verzamelde het Staatsche leger te Dieghem, ten noorden van Brussel en marcheerde in het begin der volgende maand naar Park om zich bij de Spaansche troepen onder den keurvorst van Beieren te voegen (3). Het geallieerde leger werd volgenderwijs ingedeeld Ie Linie: 20 eskadrons Spanjaarden, 36 bataljons Hanoveranen, Britten, Denen en Hollanders, 37 eskadrons Hollanders en Engelschen, cavalerie en dragonders 2e Linie: 15 eskadrons Spanjaarden, 35 bataljons als voren, 30 eskadrons Hollanders en Denen Reserve: 33 eskadrons Hollanders onder Athlone, te samen 71 bataljons en 135 eskadrons. Elk bataljon gerekend op 500 man, een eskadron op 300 paarden, telde dit leger 35500 man voetvolk en 40500 paarden, te samen 76000 hoofden. Voorts bevond de hertog van Wurtemberg zich met 23 bataljons en 40 eskadrons in Vlaanderen, terwijl 30 bataljons in Luik lagen. (1) Res. R. v. St. 9 Januari, 2 Februari, 11 Juni, 17 Augustus, Res. S.G. 7 Mei, 28 Juli 1693. (2) G.P.B. IV 122, 1368 dd. 7 Februari (granen), IV 1268 dd. 13 April (misbruik paspoor ten), IV 1279 dd. 30 Maart (paarden), Res. S.G. 6 Juli. Comm. S.G. 29 September 1693; G.P. B. IV 1282 dd. 28 October 1695. (3) Res. R. v. St. 3 April, 30 Mei, 17 Juni 1693.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 84