76 a. 32 compagnieën Zwitsers van 200 man, gedeeltelijk reeds gebracht op een afzonderlijken staat van oorlog (1) overgenomen uit de Spaansche militie (2) j 3 regimenten ruiters 1 regiment dragonders 6400 1368 688 8456 man. 5 regimenten cavalerie elk van 6 compag nieën ad 60 ruiters en 76 paarden b. Nog te werven (3) 2 regimenten van den keurvorst van I Saksen 1 regiment van den keurvorst van Keulen 1 regiment van den hertog van Sak- sen-Meiningen 1 regiment onder den schoonzoon van den Zweedschen veldmaarschalk graaf Rutger van Ascheberg J 2 compagnieën tot versterking van het regiment van den landgraaf van Hessen-Kassei, ad 60 ruiters en 72 paarden 1 regiment dragonders van hertog Hans Adolf van Holstein-Ploen, van 8 compagnieën ad 72 dragonders en 86 paarden 3 compagnieën dragonders tot versterking van het regi ment van den landgraaf van Hessen-Kassei ad 79 paarden237 1 regiment van Hessen-Kassei 2 regimenten van graaf C. van ScHLIPPENBACH 1 regiment Zweden van graaf Ewald van Hastfer 4 regimenten infanterie elk van 12 com pagnieën ad 71 man 2280 144 688 3408 6757 Totaal 15213 man. Voor laatstvermelde 6757 man maakte de Raad van State dd. 3 Novem ber een petitie op van 1.165.863-4-4, waarin begrepen de soldyen tot 31 December, de aanritsgelden (60 rijksdaalders per ruiter, 50 per dragon der, 25 per infanterist), benevens 2 maanden soldy voor marsch-of trans- portgeld. Holland en Utrecht voldeden spoedig aan hunne geldelijke verplichtingen. De overige provinciën lieten het hoogstens bij een bloot consent, zoodat de Raad van State bijna in bedenking wilde geven om de werving liever te staken dan ze zonder hoop op goeden uitslag voort te (1) De Zwitsers ontvingen een aanritsgeld van 20 rijksdaalders, waarvan de helft op hun soldij werd gekort. (2) Zie bladzijde 68. (3) Deze werving werd eenigszins gewijzigd; zie Hoofdstuk II.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 90