82
verschillende maatregelen" soo tot communicatie en commoditeit der
„heen en weer trekkende troepen" als om vyandelijke partijen het door
dringen tot de Maas en het belemmeren der vaart op die rivier te beletten.
Daaronder behoorden: het afbreken van alle bruggen van af Tongeren
tot aan de bronnen van de Jaar, van St. Lambertskerk tot Herck, over
den Demer bij Huyringen en Herckenrode, benevens tusschen Diepenbeek
en Hasseltvoorts het bezetten van alle kasteelen en posten aan genoemde
wateren, in 't bijzonder het kasteel ter Nieuwerborch onder Gulpen met
120 infanteristen en 30 ruiters (1).
F. HET ZESDE JAAE VAN DEN OOELOG (1694). HEE-
OVEEING VAN DIXMUIDEN EN HOEI.
De geallieerden kwamen overeen om voor het voeren van den veldtocht
in 1694 sterke legers op de been te brengen: de Eepubliek 122540
Spanje en het Duitsche Eijk 335000 Engeland 83120 man. Volgens
het betoog van den Eaad van State in de petitie van 4 November 1693
ad 3.000.000 voor de legerlasten van het komende jaar, had de vijand
de Zuidelijke Nederlanden „sodanig met sijne menigte overstrooid dat
„het onmogelijck is geweest die avantages te bereicken, dewelcke dese
„conjuncture van tijden wel soude requireren". 't Was noodzakelijk,
dat de bondgenooten hunne consenten in de staten van oorlog spoedig
verleenden en in de vermeerdering der militie toestemden: „omme de
„grote menigte onser vijanden eenigsints te konnen balanceren, haar
„geweld te wederstaan, haar listige aanslagen te doen verijdelen en sodanige
„avantagies op haar te bekomen, dat wij eindelijck eens desen luctueusen
„oorlog door een glorieuse en vaste vreede mogen ten einde brengen".
Uit de som voor de legerlasten moest voorzien worden in een goede en
„complete artillerie met al wat daarbij hoort", voorts de veldtraktementen
en wagendiensten voor officieren, benevens andere zaken. De consenten
kwamen, zij 't schoorvoetend, binnen, maar ouder gewoonte bleven de
provinciën „defectueus in het inwilligen en opbrengen der lasten". De
Eaad vond dan ook, dat 't „hoe langer hoe meer onmogelijk werd met
„effect te konnen besorgen 't geen in dese bekommerlijke tijden tot dienst,
„securiteit en defensie van den Staat deser Landen nodig is": de vier uit
Spaansche dienst overgenomen regimenten en de Zwitsers, die zooveel
aan werfgelden hadden gekost, bleven onbetaald; recruutgelden voor
de nieuwe wervingen en de aan vreemde vorsten verschuldigde subsidies
werden niet gestort; de veld-artillerie „met den aenkleve van dien" kon
niet op de been worden gebracht „sulx dat geen staat te maken is opte
„artillerije als het leger schoon by een sal wesen" zieken en gekwetsten
leden gebrek „tot een eeuwigdurend verwijt van onbermhertigheid"
de magazijnen verkeerden in soberen staat; de provediteurs Machado
(1) R. v. St. Miss. 12 November 1693, Res. R. v. St. 22 Januari 1694.