tussen de voertuigen. Snelheid zoo hoog mogelijk opvoeren. (Behoud van Rotter dam), De omstandigheid, dat gij op Uw weg naar Rotterdam vuur ontvangt, behoeft geen reden te zijn om de mars te onderbreken". Te 17.30 werd medegedeeld, dat wegens onveiligheid de route van Gouda af zou worden bepaald door C.-Oostfront. Bij de afmars bleek de Aut. Comp. niet sterk genoeg, zodat een aantal gevorderde auto's moest worden ingeschakeld. Te 18.00 reed het bataljon af en te 20.00 kwam het te Rotterdam aan. De Trein mar cheerde afzonderlijk naar Rotterdam en kwam eerst in de avond van 12 Mei aldaar aan. Het bataljon had de organieke samenstelling van de bataljons der hooggenum- merde regimenten: 3 tirailleurcompagnieën a 8 lt.mitrs. en 1 mitr.comp. a 8 stukken. Na zich te hebben gemeld bij de Kant.C. te Rotterdam, ontving de B.C. van Cj.-IIR.I., die zich naar de commandopost van de kantonnementscommandant had begeven en aldaar door deze was belast met het bevel over de zes bataljons infanterie, waarmede het garnizoen was en werd versterkt, opdracht, één com pagnie (aangewezen werd de 2e Compagnie) ter beschikking te stellen van de kan tonnementscommandant, ter bewaking van de Veemarkt en omgeving, onder af lossing van de daar aanwezige genietroepen en overigens zijn bataljon te doen patrouilleren in het stadsgedeelte Z. van de Oude Dijk. Daarop bereikte het kan- tonnementsbureau het onjuiste bericht omtrent de vermeestering van het Maas station door de Duitsers, waarop C-ll R.l. zich per auto daarheen begaf. 3eze tocht ging met moeilijkheden gepaard in verband met de volledige duisternis in de stad en de uit die duisternis overal opduikende eigen infanterie en mariniers. Tijdens die tocht bleek hem, dat belangrijke delen van het front, o.a. de Blaak en de Boompjes, in lichterlaaie stonden. De opdracht voor C.-11-32 R.I. werd zodanig gewijzigd, dat 11-32 R.I. (min 2) an de Oude Dijk moest oprukken naar Boerengat en Buitengat en aldaar langs de .dmiraliteitskade moest stelling nemen. Hier moest rechts (west) aansluiting worden gezocht aan de mariniers op het Oostplein en links (oost) aan de bezetting an de Oude Plantage. Op deze wijze vormde C.-ll R.I., in afwachting van het daglicht, een nieuwe weerstandslijn achter het Maasstation. C.-11-32 R.l. wees de le Comp., versterkt met twee sectiën zware mitrs., het vak aan, rechts begrensd door de Ged. Slaak (niet inb.) en links de Rubenstraat (inb.) en de 3e Comp., eveneens versterkt met twee sectiën zw. mitrs., het vak tussen laatstgenoemde straat en Woudenstein. In het nachtelijk duister rukten de compagnieën, geheel onbekend met de om standigheid, dat zich eigen troepen vóór hen bevonden, van de Oostzeedijk door de verschillende evenwijdig lopende straten op. 109

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 125