Terwijl op 11 Mei uit het complex bij de brug herhaaldelijk gevuurd werd, was er op 12 Mei geen vuur afgegeven. De ritmeester stelde vast, dat het complex Wijnhaven/Scheepmakershaven volkomen onbezet was, welk bericht niet strookt met de gegevens van de C. ter plaatse. In dit vak losten delen van 3-II-32 R.I. omstreeks die tijd veel sterkere onder delen van 1-11 R.I. af en in het genoemde complex werd een sectie geplaatst op de Gedempte Glashaven tegenover de brug over de Scheepmakershaven, welke brug volgens de C.C. onder vuur lag. C.-ll R.I. meldde te 14.28, dat hij in verband met een mededeling, dat Beurs plein, Oostplein en station Maas in brand stonden, opdracht had gegeven, zo nodig terug te gaan tot een bepaalde lijn, waarop hem werd medegedeeld, dat bevelen, om terug te gaan, niet mochten worden gegeven. Op grond van de overweging, dat de vijand op de zuidelijke Maasoevers en het Noordereiland niet sterk werd geacht, was reeds te voren het plan overwogen, door een Bat. een aanval over de Maas te doen uitvoeren, teneinde zich in het bezit te stellen van de zuidelijke landhoofden. Aangezien door oververmoeidheid en dooreenmenging der troepen niet over een voor dit doel geschikt bataljon werd beschikt, werd aan C.-Vg.H. verzocht, een bataljon hiervoor aan te wijzen onder een energieke commandant. C.-Vg.H. zegde dit toe en wees hiervoor aan II-R.J., dat zich te Hoek van Hol land bevond. Bij de beschrijving van de 10e Mei is medegedeeld, dat dit bataljon reeds op 10 Mei voor Rotterdam was aangewezen, doch door C.-I Div. was vastgehouden. Het was op 11 Mei naar H.V.Holland gezonden, vanwaar een de compagnieën naar Rozenburg was gedirigeerd, waar deze Comp. over een uitgebreid gebied was verspreid. 12 Mei, 14.00 ontving de B.C., d.t.v. C.-Positie H.V.Holland, bevel, zich on middellijk naar Rotterdam te verplaatsen. Er werden auto's gevorderd en de Comp. Rozenburg werd opdracht verstrekt, te verzamelen bij het voetveer over de Nieuwe Waterweg. Te 18.00 waren auto's aanwezig en ving het beladen aan. Tussen 19.50 en 20.20 had een viermaal herhaalde bomaanval plaats, die noodzaakte tot verspreiding en dekking. De B.C. wist echter de orde te herstellen en paniek te bezweren. Te 19.45 was de Comp. Rozenburg bij het voetveer en te 23.30 was zij overgezet. Eerst 13 Mei 1.30, dus 11 uur na ontvangen opdracht, reed het bataljon af. In de loop van de namiddag ontving de Kant.C. van C.-Vg.H. bericht, dat, teneinde Rotterdam te ontzetten, de Lt.Div. een aanval zou doen op Waalhaven, 134

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 150