Des namiddags te ongeveer 17.00 vond een bombardement plaats van het Lloyd- terrein door een negental bommenwerpers, die op vier plaatsen op het terrein hun bommen wierpen. De voor het motorschip Baloeran gemeerde sleepboot Titan werd getroffen en zonk. Op het Lloydterrein werden gebouwen en loodsen zwaar beschadigd en vielen twee doden en zes gewonden. Daarna werd aan alle op het terrein aanwezige burgers gelast, het terrein te verlaten. Te 20.00 verzocht de C. van het Vaartuigendepot die zijn commandopost op dat terrein had, zich met zijn troepen te mogen terugtrekken en zijn com mandopost te mogen verplaatsen naar het kantoor van de Scheepvaartvereniging Zuid, aan de Pieter de Hoochweg. Hij ontving opdracht, zijn troepen te doen blijven aan de Lloydkade en met kracht de bewaking van de Maas met vaartuigen voort te zetten. Eventuele verplaatsing van zijn cp. werd aan zijn beleid over gelaten, waarbij in acht diende te worden genomen, dat het in beginsel verkeerd is, dat een commandant zich niet te midden van zijn troepen bevindt. De Depot C. voerde de verplaatsing van zijn staf echter uit. In het Maasvak LeuvehavenOude Plantage loste 11-32 R.I. de zich in dat vak bevindende troepen af. Op het Beursstation was in de nacht het detachement marinet-oepen onder luit.t.zee Douw v. d. Krab reeds door C.-IV-10 R.I. ontslagen van de bewaking, toen, na een rust van twaalf uur, 2-III Dep.G.Tr. terugkeerde. Hoewel C.-IV-10 R.I. de bedoeling had, het det. marinetroepen na 12 uur rust weder te gebruiken, ging dit niet door, daar het det. weder onder bevel trad van de C.M.M. en andere opdrachten kreeg. Van 11-32 R.I. bevond zich de 2e Comp. nog steeds ter bewaking op de Veemarkt, welke Comp. niet voor de nieuwe taak werd beschikbaar gesteld. C.-II-32 R.I. kwam de opstelling van zijn le Comp. aan de Admiraliteitskade inspecteren, toen hij de reeds vermelde opdracht van C.-ll R.I. voor het bezetten van het Maasvak en het aflossen van IV-10 R.I. ontving. Hem bleek, dat de C. van zijn le Comp. juist opdracht van luit.kol. Lugt van de mariniers had ontvangen, namens de kantonnementscommandant, om het Maasstation te bezetten (de onjuiste bevelsverhoudingen demonstreerden zich ook hier). In verband hiermede gaf C.-II-32 R.I. aan die Comp., waaraan twee Sn. zw.mitr. toegevoegd, de opdracht, het Maasvak van station Maas (inb.) tot Oude Plantage te bezetten, terwijl de 3e Comp. waaraan eveneens twee Sn.zw.mitr. waren toegevoegd, het gedeelte van Leuvehaven tot Maasstation voor haar reke ning kreeg. C.-II-32 R.I. overtuigde zich van de overgave van het Maasstation door C.-1-IV-10 R.I. aan C.-1-II-32 R.I. en kwam, de opstelling van de 3e Comp. nagaande, op het Beursstation te ongeveer 12.00, waar hij C.-IV-10 R.I. ontmoette, 139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 155