wiens aanwezigheid en taak hem onbekend waren. Hij vestigde zich op de cp. van C.-IV-10 R.I. Daar hij met twee Compn. en het detachement 2-III-Dep.G.Tr. het vak moest bezetten, dat voor twee compagnieën van IV-10 R.I. en twee com pagnieën van 1-11 R.I. met een Comp. genietroepen was bezet geweest, vroeg hij versterking, die hem vooralsnog niet kon worden verleend. Voor de bezetting van het Beursstation werd een sectie van 3-II-32 R.I. aangewezen, terwijl de B.C. daar voor bovendien het personeel van zijn staf gebruikte; hij leende 2 lt.mitr van IV-10 R.I. De 3e Comp. loste l-III-ll R.I. en 3-1-11 R.I. af en bovendien 2-IV-10 R.I. en 2-II Dep.G.Tr., welke laatste Comp. 's morgens te 6.00 de opstelling aan Haring vliet Z.Z. en Oosterkade weder had bezet, waar de Comp. min of meer vermengd lag met 2-IV-10 R.I. Met 1-11 R.I. verdwenen eveneens de 11 C.Mr. en de 11 C.Pag. uit dit vak. 3-II-32 R.I. kon het haar toegewezen slechts zeer ijl bezetten. Behalve bovengenoemde sectie op het Beursstation werd een sectie plus een S. zw.mitr. geplaatst op het Haringvliet. Bij het daarop volgende bombardement werd de S.zw.mitr. buiten gevecht gesteld. Bij het overnemen werd juist mortiervuur afgegeven door 11 C.Mr. op het brug genhoofd der Duitsers, daar deze een gedekte verbinding maakten met de ruïnes aan de Boompjes. Een sectie werd opgesteld op de gedempte Glashaven bij de brug over de Scheep makershaven, die onder vuur lag en een sectie met een S.zw.mitr. voor de brug over de Zalmhaven. Gedurende de aflossing had luchtbombardement plaats van het Beursstation (zie bij 11-25 R.I.), het Maasstation en het Oostplein, te ongeveer 11.30. Dit werd voorafgegaan door het afschieten van lichtkogels uit huizen op de Maaskade. Op het Maasstation kwam een voltreffer op de overkapping. Op de zolder daar van was een groep opgesteld, waarvan sneuvelden twee dpi. sergeanten en vijf dpi. soldaten, terwijl een soldaat sedertdien is vermist. Een soldaat werd zwaar ge kwetst, na uren werken onder het puin uitgehaald, terwijl twee zw.mitraillisten gewond werden. Door krachtig ingrijpen der officieren werd paniek voorkomen en de verdediging van het Maasstation voortgezetx). Een res. Ie luitenant, die een groep op de uiterste linker vleugel in stelling moest brengen, is verdwenen en van hem en zijn groep is ook op 13 en 14 Mei door patrouilles niemand teruggevonden. Ook enkele andere soldaten zijn gevlucht en niet teruggekeerd. 140 2) De afgeloste C.C. had juist vóór het bombardement de zandzakken op bon aan zijn opvolger overgegeven!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 156