Van de afgeloste compagnie hadden twee groepen hun lt.mitr. achtergelaten, die ter vervanging werden gesteld van twee lt. en een zw.mitr., die door het bombar dement onbruikbaar waren geraakt. In de loop van de middag werd vuur afgegeven op schepen op de Z.Maasoever, die wilden wegvaren; twee soldaten werden gewond. Te 17.00 vroeg C.-1-II-32 R.I. om aanvulling van munitie, water en voedsel, een officier van gezondheid en artilleriesteun. De Comp. had sedert 11 Mei 12.00 niet gegeten en gedronken. Aan de eerste drie verzoeken werd kort voor het in vallen van de duisternis voldaan. 's Avonds te 21.00 kreeg de bezetting vuur op het O.gedeelte van de goederen loods, waarbij een dpi. sergeant achter een lt.mitr. sneuvelde. Gedurende de nacht van 12/13 Mei kon de bezetting een weinig rusten in de gevechtsopstellingen. In de Marinierskazerne op het Oostplein was er in de morgen van 12 Mei enige gelegenheid, de mariniers wat rust te geven, terwijl de barricades door piketten bezet bleven en voortgegaan werd met de zuivering van de omgeving van onge wenste elementen. Te ongeveer 11.30 werden zeven bommen op de omgeving van het Oostplein geworpen, waardoor de Marinierskazerne niet werd getroffen, doch wel een be lendend huis. De Marinierskazerne geraakte daardoor echter in brand, zodat zij moest worden ontruimd en het personeel de munitie, en zoveel mogelijk de voor raden moesten worden overgebracht naar het Marinedepot aan de Mecklenburg- laan. Een en ander is op snelle en ordelijke wijze uitgevoerd. Het bombardement vernielde eveneens het Ooglijdersgesticht. Door het in storten van de gevels daarvan werd een sectie zw.mitr. getroffen, waarbij ver schillende mannen onder het vallende puin werden bedolven. Door het bombar dement waren grote branden ontstaan, die zich voortzetten tot vlak bij het Beurs station. In verband daarmede moest de bezetting van het Beursstation gealarmeerd blijven en werden nieuwe opstellingen verkend voor het geval dat tot ontruiming zou moeten worden overgegaan. Zover is het echter niet gekomen. IV-10 R.I. en 1-11 R.I. gingen na aflossing tot legering over aan de Goudsche- singel. Ten O. van 1-II-32 R.I. werd de Oude Plantage na het verdwijnen van de sectie van l-IV-10 R.I. verdedigd door de 2e Sectie van 3-IV-15 R.I., in samenwerking met het Mobiele Vendel van de Burgerwacht op het terrein der Drinkwaterleiding en met het detachement marinetroepen bij de spoorwegvork. In de morgen van 12 Mei is de Oude Plantage definitief bezet door een detache- 141

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 157