HOOFDSTUK I TOESTAND OP 9/10 MEI 1940 a. OPDRACHT VOOR DE T.B.F. Nadat de mobilisatie en concentratie van het leger waren geëindigd, was de T.B.F. belast met het voeren van de territoriale verdediging. Zijn opdracht hield het volgende in: - Het treffen van militaire maatregelen, ten einde schending van de neutraliteit tegen te gaan. - Het beveiligen van het gezagsgebied tegen kleine vijandelijke ondernemingen. - Het zoveel mogelijk tegengaan van een vijandelijke overval van het gezags gebied. - Bij een aanval van overmachtige Duitse strijdkrachten het zoveel mogelijk ver tragend teruggaan in de in verband met de tactische omstandigheden alsdan meest gewenste richting waarbij er naar moest worden gestreefd, aan de vijand de toegang tot de Afsluitdijk van het IJsselmeer zolang mogelijk te beletten. b. PLAN VAN UITVOERING VAN DE OPDRACHT De beschikbare krachten noodzaakten de T.B.F., zich te beperken tot het meest bedreigde gedeelte van zijn gebied, in de eerste plaats dus. het landfront en verder dat gedeelte van het kustfront, waar een vijandelijke actie uitgesloten kon worden geacht, t.w. de omgeving van Delfzijl en de mond van de Eems. De beschikbare troepen lieten niet toe, een verdediging van betekenis te voeren, zodat slechts de mogelijkheid bestond, om door een systeem van vernielingen van bruggen en andere kunstwerken 's vijands opmars te vertragen. De sterk in springende grensbocht ten zuiden van Coevorden, welke een onmiddellijke be dreiging van de langs de grens in Drente opgestelde troepen inhield, maakte bij zondere maatregelen noodzakelijk. De opstelling van de troepen, zoals die op 10 Mei 1940 was, is voortgekomen uit de aanvankelijke taak, waarvoor de T.B.F. in April 1939 over een sterkte van vijf bataljons beschikte. De taak bestond toen in het tegengaan van overvalling in vredestijd en het beveiligen van mobilisatie en concentratie. Bij de algemene mobilisatie in Aug. 1939 waren de beschikbare troepen twee bataljons sterker, die in reserve waren geplaatst; deze waren echter op 10 April 1940 (toen reeds een periode van spanning was aangebroken), aan de T.B.F. ontnomen. De uitvoering van de opdracht was met de beschikbare troepen uiterst moeilijk. Voor een tijdige waarschuwing was het noodzakelijk, de nodige organen aan de grens te hebben. Daarentegen was het gewenst, de eigenlijke vertragingstaak 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 15