Van IV-10 R.I. (drie compagnieën) werden twee Compn. ingezet aan de Maas, waarvoor een verzwakte en zeer vermoeide compagnie in de plaats kwam. Van 1-11 R.I. was de M.C. ingezet aan het O.front en in de stad, terwijl de 3e Comp. en een S.Mr. werden gedirigeerd naar het N.front. De Comp.pag. was ingezet a/h Maasfront. IV-15 R.I. werd geconcentreerd zuid van de Kralingsche Plas, doch na aftrek van de vele detacheringen, bleef er ongeveer een Comp. beschikbaar. II-R.J. was feitelijk het enige bataljon, dat in zijn geheel was, doch volgens de B.C. was het nog niet geschikt voor inzet. Er werd extra waakzaamheid bevolen bij het viaduct Beursstation; de uitgangen van Rotterdam werden extra bewaakt en er werd gepatrouilleerd in de stad. In de namiddag te ongeveer 16.00 verschenen op het kant.bureau de kapelaan N.Commandeur van de Lourdes Parochie op het Noordereiland, vergezeld van een beambte van het Meteorologisch instituut, die, met toestemming van de Duitse commandant, de toestand van de burgerbevolking op het Noordereiland kwamen uiteenzetten, die door gebrek aan voedsel, licht en gas, veel zieken, een aantal doden en vele branden zeer ernstig was. Zij wezen op de ontstemming van de burgerbevolking wegens het bombardement door eigen soldaten en op het h.i. zinloze, de stad verder te verdedigen. Men vreesde, dat, nu er Duitse artillerie in Rotterdam Zuid stond, de strijd eerst goed zou beginnen en vroeg, indien de ver dediging niet werd gestaakt, dan toch het Noordereiland te sparen. Deze beide personen, die ongeveer te 14.30 van het Noordereiland waren ver trokken, moesten te ongeveer 18.30 terug zijn, daar, volgens mededeling van de Duitse commandant, op dat tijdstip het artillerievuur der Duitsers zou aanvangen. Het spreekt vanzelf, dat aan het nogal naïeve verzoek niet kon worden voldaan. Het terugkeren over de bruggen leverde moeilijkheden op, aangezien het ge bruik van de witte vlag niet kon worden toegestaan. Op het Noordfront werd de regimentspatrouille van 11 R.I., die de munitieop slagplaats bezet had, afgelost door 3-1-11 R.I. met een S. Mr. In de namiddag kwamen berichten van burgerzijde binnen, dat Duitse artillerie zou staan opgesteld in de polder Zomerland, W. van IJsselmonde en dat aldaar een groot aantal pantserwagens aanwezig was. De plaats van de artillèie en de pantserwagens kon niet zodanig worden vastgesteld, dat het vuur van 1-10 R.A. daarop met vrucht kon worden afgegeven. De mededelingen van de kapelaan, dat de Duitse artillerie te 18.30 het vuur zou openen, bleek juist; op dat uur werd ingeschoten met hoge springpunten, naar later uit mededeling van een Duits offi cier bleek, op de kerk, vlak bij de cp. van C.-l 1 R.I. op de Veemarkt. De nabijheid 155

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 171