Lt.kol. Lugt, de C. der Afd. mariniers, meldt, dat hij te 3.00 opdracht ontving van de C. Maritieme middelen, het noordelijk bruggenhoofd van de Maasbrug te bezetten, waartoe beschikt werd over de bezetting van de stellingen en barricades op het Oostplein, geformeerd tot een compagnie, onder bevel van kapt. der mari niers Schuiling, terwijl de C.M.M. hem versterking had toegezegd, die later aan kwam en bestond uit een detachement uit het Marinedepot, onder kapitein Keuchenius. C.-11-32 R.I. meldt, dat hij een sectie genietroepen (van 2-III-Dep.G.Tr.) en een sectie van zijn staf op het Beursstation gereed heeft gehouden, om mede in gezet te worden, doch dat deze niet aan de aanval hebben deelgenomen. Uit de gegevens blijkt, dat de 11 C.Mr. ter beschikking van lt.kol. Lugt is gesteld, toen de aanval reeds aan de gang was. Eveneens zijn ook de twee wagens van de sectie van 2e E.Paw. ter beschikking gekomen, toen de aanval geruime tijd aan de gang was. Volgens de Kant.C. werd aan 1-10 R.A. opgedragen, steun te verlenen en voor bereidingen te treffen voor vuur op het Noordereiland. Dit bevel is echter op zodanig uur gegeven, dat de mi.Bt. te 6.15 gereed was, de re.Bt. te 7.12. De kortste baan van de li.Bt. was zodanig, dat deze op het Noordereiland geen vuur kon brengen. Eerst te 7.00 viel het eerste schot. Er moet worden in acht genomen, dat de positie van de Duitsers bij de kop van de Maasbruggen niet duidelijk was aan lt.kol. Lugt. Dat bv. het gebouw van de Nat. Verzekeringsbank door hen stevig was bezet, was hem niet bekend. Ook was hem niets bekend van plannen, de Maasbruggen ter vernieling voor te bereiden. Het verloop van de aanval was als volgt: Lt.kol. Lugt gaf aan kapitein Schuiling opdracht, met drie sectiën op te rukken tegen de oostzijde van het bruggenhoofd en de vierde sectie in te zetten tegen de westzijde, omdat de toegezegde versterking nog niet aanwezig was. Kapitein Keuchenius kreeg later, bij aankomst, opdracht, aan te vallen tegen de westzijde van het bruggenhoofd en de aldaar reeds ingezette sectie onder zijn bevel te nemen. Dat de Comp. Schuiling reeds moest aanvallen, vóórdat de Comp. Keuchenius ter plaatse was, geschiedde, om de ochtendschemering nog te benutten. Kapitein Schuiling gaf, ter uitvoering van zijn opdracht, een sectie opdracht, te trachten, langs Gelderschekade en Bolwerk de Maasbrug te bereiken. De sectie ontving bij de Jan Kuitenbrug vuur in front en op de rechterflank en kon niet verder. De serg.maj. sectie C. werd gewond en daarop werd een tweede sectie ingezet onder een 2e luitenant, die nu beide sectiën onder zijn bevel nam. Deze deed het Witte Huis verder bezetten, doch de Duitsers in de Nat. Verzeke ringsbank beletten hem, om verder op te rukken. Toen de twee pantserwagens ter 157

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 173