beschikking kwamen, werd aan een daarvan opgedragen, het gebouw te bevuren Deze werd echter met een anti-tank kanon beschoten, waarbij een kanonschot de bestuurder en mitrailleurschutter verwondde, zodat deze wagen verdween. De andere wagen nam van het uiteinde van de Nieuwe Haven doelen op het Noordereiland onder vuur. Lt.kol. Lugt wilde nu het gebouw door de mortieren onder vuur doen nemen, doch de C. der 11 C.Mr. verklaarde, op het gebouw geen uitwerking te zullen hebben, weshalve van het gebruik werd afgezien. Deze aanval kwam tot staan, doch van het Oude Hoofdsplein af konden de Maasbruggen onder flankerend vuur worden gehouden. Van een overwogen stormaanval werd, wegens de oververmoeidheid van het personeel en het vijandelijk vuur, afgezien. De sectie, welke west van het bruggenhoofd was ingezet, stond onder bevel van een sergeant, die energiek optrad. De sectie rukte op over de brug en met een v et over de Scheepmakershaven en bereikte de oprit naar de Maasbrug via bran dende puinhopen. Gedeeltelijk langs de opgang voor trampassagiers en over het open plein, gedeel telijk door de tunnel onder de oprit, werd de brug bereikt en werden twee mitrail- eurs in stelling gebracht. Van over de Maas en uit het gebouw van de Nat. Ver zekeringsbank barstte het vuur los waarbij een marinier lekl. sneuvelde en enigen wer en gewond, een groep geraakte in de tunnel in vuurgevecht met Duitsers die zich daar bevonden. Het gros van de sectie moest ten slotte, met nog meer verliezen aan doden en gewonden, terugtrekken naar de Scheepmakershaven. Op de Maasbrug geraakten daardoor een zestal mariniers geïsoleerd, waarvan er nog een sneuvelde. De overigen, waarvan een gewond, aanvankelijk verschanst tussen het ijzerwerk van de brug, hebben door het opzij schuiven van een ijzeren plaat een ruimte onder de brug in het landhoofd ontdekt, waar zij beveiligd waren tegen het vuur van de vijand en waar zij tot het bombardement op 14 Mei zijn gebleven. Kapitein Keuchemus bereikte met zijn Comp., zonder bevuurd te worden, een vooruitgeschoven mitrailleurpost van 11-32 R.I. in de Reederijstraat, die hem verder met vuur steunde. Van hieruit kwam hij groepsgewijze op de Boompjes, waar hij dekking vond tegen geweer- en mitrailleurvuur achter de oprit van de brug. Aanvankelijk hoorde hij nog vuur van eigen mitrailleurs op de brug, doch later verstomde dit. Toen vliegtuigen een lichtsein gaven en enfilerend vuur, waarvan de herkomst met kon worden bepaald, insloeg en toen mortier vuur werd ontvangen, werd deze opstelling losgelaten en werd teruggetrokken op de Reederijstraat. 158

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 174