Op het terrein van de Drinkwaterleiding rukte het detachement van het Mobiele
Vendel van de Burgerwacht in. Zijn taak werd verder slechts uitgevoerd door de
2e Sectie van 3-IV-15 R.I., in samenwerking met de marinetroepen bij de Oude
Plantage.
c. HET OOSTFRONT OP 13 MEI 1940
Op dit front bleef de actie, die sinds de vorige dag bij IJsselmonde over de rivier
werd verwacht, uit. De opstelling tussen Oude Plantage en Kralinger Hout bleven
bezet.
Te ongeveer 16.00 ontving C.-IV-15 R.I. telefonisch opdracht van C.-ll R.I.,
om zijn bataljon, voor zoveel beschikbaar, te verzamelen bij de Kralinger IJsclub,
in afwachting van verdere bevelen. Hieraan werd voldaan, met dien verstande,
dat in de Kralinger Hout twee sectiën werden gelaten ter beveiliging van de artil
lerie en ook de sectie bij de Waterleiding gehandhaafd bleef.
Later ontving C.-IV-15 R.I. opdracht, de wegen af te sluiten, waaraan hij vol
deed door het plaatsen van wachten.
De werkzaamheid van de artillerie is vermeld bij het Maasfront. De 2e Bt.
heeft geen vuren afgegeven. Deze Bt. is te 17.35 van stelling veranderd naar haar
vorige stelling.
d. HET NOORD- EN WESTFRONT OP 13 MEI 1940
Op dit front hebben een drietal aanvallende ondernemingen plaats gehad tegen
Overschie, die onderling waren gecoördineerd, te weten:
le. langs de Rotterdamsche Schie;
2e. bij de brug over het Schiekanaal;
3e. langs de Schiedamsche Schie, gepaard met optreden in de Spaansche (Span-
gensche) Polder.
De onderneming langs de rotterdamsche schie
Zoals bij de beschrijving van de gebeurtenissen op 12 Mei is vermeld, was op
die dag de regimentspatrouille van 11 R.I. gezonden naar de munitieopslagplaats
aan de Oude Kleiweg en had de sergeant, commandant, om versterking gevraagd
aan C.-ll R.I.
Dit verzoek herhaalde hij op 13 Mei te ongeveer 8.00.
Het voornemen van de Kant.C., om II-R.J. te bestemmen voor een aanval op
Overschie, moest worden losgelaten wegens de uitgeputte toestand van dit bataljon.
161
