Er is daarop aan C.-Depot luchtstrijdkrachten opdracht verstrekt, een aanval te doen ondernemen met beperkt doel, waarvoor een sectie zw.mitr. van 111-39 R.I. werd beschikbaar gesteld. C.-Depot luchtstrijdkrachten heeft voor deze onder neming vrijwilligers gevraagd. Als gevolg daarvan werd de aanval opgedragen aan de kapt.adj. met drie geweergroepen, waarbij een vliegtuigmitrailleur was inge deeld, terwijl als sectie C. optrad een onderluitenant van het K.N.I.L., als groeps commandant een wachtmeester-vlieger, een sergeant-radiotelegrafist-instructeur en een dpi. sergeant. Ook meldden zich enige huzaren-motorrijders, die een der voorgaande dagen N. van Overschie gevangen waren geweest en waren ontvlucht. Op verzoek ging als toeschouwer mede de res. kapt., C. van de School res.off. mil.luchtv. Voorts werden ingedeeld de door C.-III-39 R.I. gezonden le Sectie van M.C.-III-39 R.I. en later een door de Kant.C. beschikbaar gestelde pantser wagen. De kapitein adjudant had opdracht, een boerderij met schuur en houtopslag plaats te zuiveren van vijand, die op 80 a 90 man werd geschat en die de munitie fabriek regelmatig onder vuur hield. De aanval is te ongeveer 11.00 ingezet met twee groepen rechts en een groep links van de Rotterdamsche Schie, welk laatste groep met een bootje werd overgezet. De houtopslagplaats werd spoedig bereikt en het gelukte daarna, tot stormafstand van de boerderij te komen, niettegenstaande de mitrailleur onklaar werd en bij de linker groep drie man sneuvelden en enige gewonden vielen, als gevolg van vuur uit Z.W.richting. De rechter groepen wisten, dank zij het energieke optreden van de sergeant- vliegtuig-telegrafist, op de flank van de goed verdedigde vijandelijke opstelling te komen, en door vuur uit een gedekte opstelling op de bovenverdieping van een huis, vele verraste Duitsers neer te leggen. Toen de kapt.adj. de stormaanval commandeerde, werd hevig door de Duitsers gevuurd met mitr., mortieren en geweergranaten, waardoor de aanval stokte. De kapitein stelde zich bij de munitiefabriek in verbinding met C.-Depot luchtstrijd krachten en vroeg om versterking, die hem werd toegezegd in de vorm van de pantserwagen, waarbij echter het voorbehoud werd gemaakt, dat deze niet in handen van de vijand mocht vallen. Ongeveer tezelfder tijd (14.00) kwam ter plaatse 3-1-11 R.I. met een sectie van 11 C.Mr. C.-ll R.I., niet op de hoogte van de opdracht aan de C.-Dep. luchtstrijd krachten gegeven, had nl. aan C.-3-1-11 R.I. opdracht verstrekt, zich met zijn Comp. en de S. Mr. te begeven naar de munitiefabriek en een boerderij (waarin ongeveer 40 Duitsers) te omsingelen en de Duitsers te vernietigen. C.-3-1-11 R.I., niets wetende van de aanwezigheid van het Det. der luchtstrijd krachten, was behoedzaam genaderd en bemerkte uit het vuren, dat plaats had vóór zijn troep, dat zich daar reeds eigen troepen bevonden. De regimentspatrouille 162

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 178