keerde naar C.-ll R.I. terug. C.-3-I-11 R.I. steunde de in gang zijnde aanval aan vankelijk met een sectie, die op de O.vleugel werd ingezet, terwijl twee groepen ter versterking van de twee groepen O. van de Rotterdamsche Schie werden ge zonden, doch later maakte hij bezwaren tegen verdere medewerking. Hij schijnt zelfs een bevel van zijn B.C. te hebben ontvangen, om terug te keren, doch ten slotte is, nadat de Kant.C. was ingelicht, door deze de opdracht verstrekt, het detachement van de luchtstrijdkrachten te steunen. Dat de opdrachten aan C.-Depot luchtstrijdkrachten en aan C.-3-I-11 R.I. onafhankelijk van elkaar zijn verstrekt door de Kant.C. en door C.-ll R.I., was weder een gevolg van de niet afdoende regeling der bevelsverhoudingen. Intussen was het 17.15 geworden, vóórdat de voorwaartse beweging kon worden hervat. Toen de kapt.adj. der luchtstrijdkrachten weder naar voren was gegaan, kwam de pantserwagen ter plaatse, waarvan de C. mededeelde, dat hij zich niet te veel bloot mocht geven en vóór donker terug moest zijn. De bezetting van de wagen was niet volledig en er waren slechts 30 schoten beschikbaar. De kapt.adj. beval de wagencommandant echter, zijn bevelen onvoorwaardelijk op te volgen en deed opnieuw een opstelling innemen bij het begin van de Zestienhovenschekade, terwijl de mortieren het vuur openden. Er viel vijandelijk vuur uit Z.W.richting, waardoor enkele onderdelen terug weken. Een sergeant sneuvelde en een korp. werd zwaar gewond. De kapitein deed nu de voorwaartse beweging hervatten, waarbij hij zelf met een lt.mitr.groep en een geweergroep onmiddellijk achter de pantserwagen oprukte, die met de snelhied van de looppas, al vurende, voorwaarts moest gaan. Na 100 m. terrein winnen brak hevig vuur los van geweergranaten en mortieren; de paw. stopte, doch de kapitein dwong de bestuurder met zijn pistool door de schietsleuf, voorwaarts te gaan. Toen even later het vuur nog heviger werd en ook uit de huizen op de weg werd afgegeven, reed plotseling de paw. met vol gas achteruit, met het gevolg, dat een infanterist werd doodgereden en een ander werd aangereden. De kapitein, die op dat ogenblik ter zijde langs de huizen liep, snelde toe, doch werd op zijn beurt zodanig door de wagen aangereden, dat zijn linkerbeen gedeeltelijk werd ver brijzeld en het rechter been op drie plaatsen werd gebroken, terwijl de lt.mitrail- leur werd vernield. Het ter plaatse aanwezige personeel dekte zich in de portieken van de huizen. De kapitein wist, zich op de beide onderarmen voortbewegende, onder vuur in veiligheid te komen in een tuintje. Het was inmiddels 20.00 geworden. De C.-S.R.O.M.L. (toeschouwer), die zich bij de munitiefabriek bevond, ver nam de tegenslag en nam het bevel over alle troepen op zich. Hij begaf zich naar 163

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 179