Te 16.00, toen de B.C. zich bij de brug over het Schiekanaal bevond, verscheen
aldaar de le luit. der mariniers de Jong, die mededeelde, dat ook hij op een
aanval op Overschie had aangedrongen en thans daartoe toestemming had ver
kregen van de Kant.C. Voorts zou hem zijn medegedeeld, dat de ten O. van zijn
detachement gelegen troepen (dus die aan het Schiekanaal en de Rotterdamsche
Schie) Overschie van het O. uit zouden aanvallen en dat enige paws, ter beschik
king zouden komen, alsmede een sectie pag. en een sectie mortieren.
Zijnerzijds had luit. de Jong maatregelen getroffen voor uitvoering van de aanval
langs de Schiedamsche Schie (in het vak dus, waar ook 2-III-21 R.I. zich bevond).
C.-III-21 R.I., die zelf nog geen bevelen had ontvangen, gaf daarop de nodige
aanwijzingen aan C.-3e Comp., doch heeft de actie van de 2e Comp. (althans voor
zoveel na te gaan) geheel overgelaten aan luit. de Jong. Blijkbaar had hij weinig
vertrouwen in de weinig energieke C. van de 2e Comp., doch de gang van zaken
is zonderling, daar hij te 12.00 aan luit. de Jong had medegedeeld, dat de onder
delen van 111-21 R.I. weder onder de eigen Cn. traden.
Daarop verscheen de vaandrig, C. van de sectie van 20 C.Pag., tot dusver op
gesteld op de Veemarkt, met één stuk pag., in opdracht van de Kant.C. Hij deelde
mede, dat het andere stuk van de sectie een rad miste en op de Veemarkt stond,
doch kreeg bevel, dit stuk per auto op te halen. In zijn afwezigheid nam de luit.
adj. het aanwezige stuk onder zijn bevel.
Om 17.00 werd vuur gehoord bij de Schiedamsche Schie en daarop werd op
last van de B.C. met de aanval begonnen.
Na voorbereidende beschieting met zw.mitr. en pag. gingen de tirailleurs links
en rechts van de brug met bootjes over het Schiekanaal en, nadat enig terrein
was gewonnen, werd de brug neergelaten. Terwijl de C.C. en een sergt. maj. links
van de weg voorwaarts gingen, nam de luit.adj. rechts het commando.
Aldaar bleek plotseling een sectie van IV-15 R.I. te zijn aangesloten, die zich
bevond tussen het detachement van Depot luchtstrijdkrachten en 3-III-21 R.I.
Dit was de sectie, die, door een opdracht elders, niet tegelijk met IV-15 R.I. te
Rotterdam was aangekomen, door de Kant.C. was gezonden naar de Schiekanaal-
brug voor indeling bij 111-21 R.I., doch waarvan de aanwezigheid bij dit bataljon
niet bekend was.
De aanval, die door vijandelijk vuur zeer langzaam verliep, leverde een terrein
winst van enige honderden meters op, waarbij een aantal huizen werd vermeesterd
en een Duits officier, een onderofficier en zes man werd gevangen genomen, ter
wijl een zw.mitr., twee lt.mitr., een pistool mitr., enige karabijnen en pistolen, als
mede een radiozender werden buit gemaakt.
De aanval kostte aan onze zijde twee doden en zes gewonden. Tijdens de aanval
werd vuren bij de Rotterdamsche Schie gehoord en werden vuurverschijnselen
waargenomen (de reeds beschreven aanval).
165