II-R.J. was's morgens ter beschikking gekomen, doch vóór 14 Mei niet in staat
tot actie.
Door onderdelen van het Depot genietroepen en van Depot luchtstrijdkrachten
werd gepatrouilleerd.
Bij het Marinedepot keerden de onderdelen, die op de Maasbrug hadden aan
gevallen, na te zijn afgelost, terug. Aldaar werden vervolgens twee compagnieën
gevormd, resp. onder bevel van kapt. der mariniers Schuiling en de luit.t.zee
Douw v. d. Krap, die bij de Oude Plantage was afgelost, terwijl kapt. der mari
niers Keuchenius werd belast met de inwendige dienst en de rechtstreekse be
veiliging van het gebouw in de Mecklenburglaan. Vervolgens ging de troep rusten,
doch nauwelijks binnen het gebouw, sloegen in de omgeving artillerieprojectielen
in, hetgeen de indruk maakte, dat het op gebouw werd ingeschoten.
Het gebouw werd ontruimd en dekking werd gezocht in de aanwezige schuil-
loopgraven.
Toen bij het invallen van de duisternis het vuren niet werd voortgezet, werd
het gebouw weder betrokken.
f. HET B.P.M.TERREIN TE PERNIS OP 13 MEI 1940
Op blz. 156 is reeds medegedeeld, dat de Engelse en Ned.genietroepen te 8.00
naar Vlaardingen werden gebracht en dat vandaar naar Pernis een regelmatige
dienst werd ingesteld met sleepboten. Hiermede werden de genietroepen overgezet.
Intussen had zich aldaar het volgende afgespeeld. De C. van het militaire bewa
kingsdetachement, C.-1-III-39 R.I., had alle niet nodige voorraden naar de noord
zijde van de Maas doen brengen, ten einde te voorkomen, dat deze in handen van
de vijand zouden vallen. Daarbij werd een sectie mede overgezet ter bewaking.
Er waren aanwezig, zowel de kapitein C. van 1-III-39 R.I., als de kapitein, C.
van 2-IV-15 R.I.
Van de 30 man van 2-IV-15 R.I. waren twee mitrailleurgroepen bij de Z.O.hoek
van het terrein geplaatst.
In de voormiddag hadden zich te Hoogvliet ongeveer 90 Duitsers verzameld,
die uit O. en Z.-richting begonnen aan te vallen. De det.C. versterkte zijn voorste
lijn met twee zw.mitr., die hij had geleend van het 54e Pel.Lu.Mitr.voorts trok hij
de sectie uit Vlaardingen weder aan. Hij vroeg, van Vlaardingen uit, versterking
aan zijn B.C. (die van het Installatieterrein uit niet meer tfn. was te bereiken).
Als gevolg hiervan is de 4e Sectie v/d M.C.-III-39 R.I. naar Pernis gezonden en
te Vlaardingen aangekomen te 11.30. Hoewel de sectie C. beweert, daartoe moeite
te hebben gedaan, is het hem niet meer gelukt, om naar Pernis over te steken.
168
(Zie schets/kaart Nr. 12)